← Al het nieuws

Terugblik: Macht van de Media: communicatie in crisistijd

, ,

De coronapandemie bracht onderwerpen als innovatie, productontwikkeling, testen en vaccinatie naar ieders keuken- en (digitale) borreltafel. Niemand had twee jaar geleden kunnen voorspellen dat biotech jargon als mRNA-technologie, OMT, EMA en PCR gemeengoed zou zijn. Maar heeft  twee jaar intensieve (crisis)communicatie ook impact gehad op het aanzien van de biotech sector en de innovaties daaruit, of op het publieke vertrouwen in de wetenschap?

Tijdens HollandBIO’s Macht van de Media event van 11 mei maakten we met de aanwezigen de balans op van de golf aan publiciteit over de biotech sector en haar innovaties tijdens de pandemie en gingen we in op de vraag hoe nu verder: duiken we gewoon onze labs weer in en stopt de communicatie, of zetten we de lijn door? 

De introducties

Het event opende met drie korte presentaties: Marc Kaptein en Jan-Willem de Heer (Pfizer) beten het spits af, gevolgd door hoogleraar Risicocommunicatie en Volksgezondheid Daniëlle Timmermans (AmsterdamUMC) en onafhankelijk wetenschaps- en onderzoeksjournalist Jop de Vrieze. Zij dienden als warming up voor het Lagerhuisdebat dat later volgde.

Marc Kaptein en Jan-Willem de Heer reflecteerden op communicatie vanuit bedrijven tijdens de pandemie. Communicatie, of misschien betere gezegd educatie, was een belangrijk instrument in het vergroten van de acceptatie van vaccins en iets waar je als ontwikkelaar wel mee bezig moest: zo waren mRNA-vaccins nieuw en onbekend bij zowel het bredere publiek als bij veel artsen, waren er vragen over de veiligheid en de snelheid van het ontwikkeltraject en werd de dynamiek in de media vooral gedreven door controverse. Pfizer heeft gekozen voor een actieve rol in het debat en een open houding rond inkomende verzoeken, bijvoorbeeld met deelnames aan talkshows en andere media-optredens, maar dat vroeg wel een grote gezamenlijke inspanning van een heel team als het ging om de voorbereiding en uitvoering. De les van de coronacrisis was dat een educatieve rol onderdeel moet zijn van de verantwoordelijkheid die de geneesmiddelensector heeft, en dat daar bijvoorbeeld binnen de Code Geneesmiddelenreclame (CGR) meer ruimte voor zou kunnen komen.

Daniëlle Timmermans ging in op de vraag hoe burgers en het bredere publiek naar risico’s kijken op gezondheidsvlak. Eén van de observaties uit de coronapandemie en uit eerdere uitbraken van infectieziekten is dat argumenten van experts lang niet altijd het (hele) publiek overtuigen, bijvoorbeeld als het gaat om het nut en de noodzaak van vaccinatie en de ernst van mogelijke bijwerkingen. Dat heeft er mee te maken dat burgers anders naar risico’s kijken dan experts, dat gevoelens als onzekerheid bepaalde beelden met zich meebrengen bij burgers en dat bij gezondheidsissues ook bepaalde waarden als wantrouwen mee gaan spelen bij burgers in hun afwegingen. Burgers kijken kortom fundamenteel anders naar risico’s dan experts en wetenschappers. Dat geldt ook voor vaccins, vaccinatie en bijwerkingen: dat blijft hoe dan ook een gevoelig onderwerp bij delen van het publiek, dus dat gaat niet zomaar weg. De les van deze en eerdere crises, is dat we in communicatie over deze onderwerpen uit moeten gaan van het perspectief van de burger in plaats van het technische perspectief van experts.

Jop de Vrieze opende zijn inleiding met een overweging over de rol van de media tijdens een crisis. Tijdens de podcast Mediaforum riepen de aanwezigen op om als experts met één mond te praten tijdens de coronacrisis. Jop ging hier op Twitter openlijk de discussie over aan. Dat werd hem niet bepaald overal in dank afgenomen, maar het tekent wel zijn opvatting over hoe je een crisis als deze duidt: door je te verdiepen in de literatuur, gesprekken aan te gaan met experts en op basis daarvan de bakken met informatie te onderscheiden en duiden die we over ons heen kregen. Alleen factchecken is niet genoeg, als journalist mag je best kleur bekennen en schrijven vanuit de kennis en inzichten die je opdoet om zo het debat naar een hoger plan te trekken. De coronacrisis was daar het uitgelezen voorbeeld van, bijvoorbeeld met allerlei persberichten en updates over de effectiviteit van vaccins die in ontwikkeling waren, verhalen over mogelijke bijwerkingen die enige balans vergen tussen het duiden van de ernst en de gevolgen daarvan op de vaccinatiebereidheid. Het is de verantwoordelijkheid van journalisten om niet alleen de feiten na te gaan, maar ook om kritisch en constructief te zijn door het scheppen van orden in de chaos, het wegen van wat daaruit komt en wat het effect daarvan is op de maatschappij.

De stellingen

Onder leiding van Roderik van den Bos van de Debatacademie gingen de 50 aanwezigen het debat aan in Lagerhuisformat. Vele goede argumenten vlogen over en weer, en de debaters waren gelukkig ook niet bang om zich te laten overtuigen hun standpunten aan te passen. Een bloemlezing uit de levendige discussie:

Nederland had de beste aanpak van de pandemie

2% EENS                                                     98% ONEENS

+ “Ik heb een veilig gevoel gekregen door de overheidsmaatregelen.”
– “We hebben het op diverse momenten, ook in vergelijking met andere landen, laten liggen.”

De maatschappij is sinds corona positiever tegenover biotech en de innovaties daaruit gaan staan

60% EENS                                                     40% ONEENS

+ “De sector heeft veel meer positieve aandacht gekregen vanuit media en maatschappij, zelfs in mijn persoonlijke omgeving!”
– “De flinke piek in positieve aandacht tijdens het begin van de coronacrisis en de komst van de vaccins is inmiddels wel weer weggeëbd en als sneeuw voor de zon verdwenen.”

We moeten de CGR aanpassen zodat producenten onbelemmerd kunnen praten over medicijnen in media

20% EENS                                                     80% ONEENS

+ “Reclames draaien op TV is niet de bedoeling, maar de grens mag wel ruimer dan nu: de sector muilkorft zichzelf nu teveel.”
– “Onbelemmerd praten gaat te ver, er is een fijne lijn tussen reclame, communicatie en educatie.”

Bedrijven moeten altijd “JA” zeggen tegen RADAR en Nieuwsuur

50% EENS                                                     50% ONEENS

+ “Je hebt als fabrikant een verantwoordelijkheid om proactief te communiceren, ook als het gaat om kritische vragen.”
– “Bij sommige media en verzoeken weet je al van tevoren dat er geknipt en geplakt gaat worden, dus daarom zou ik zeker niet altijd ja zeggen.”

Het zou goed zijn als media critici van de farmaceutische sector minder aandacht geven

20% EENS                                                     80% ONEENS

+ “Je kan bij het RIVM werken en een echte expert zijn, maar je wordt gelijkgesteld aan Doutzen Kroes die een uurtje op Google zit.”
– “Het negeren van critici gaat niet helpen om onvrede weg te nemen bij delen van het bredere publiek, dus laat ze daarom tot inzicht komen tijdens media-optredens.”

Elke grote redactie zou een medisch-wetenschappelijke journalist in de gelederen moeten hebben

90% EENS                                                     10% ONEENS

+ “Er is zoveel informatie voorhanden dat je als redactie eigenlijk niet zonder iemand kan die dat voor je analyseert en duidt.”
– “Waar houdt het dan op? Er zijn zoveel sectoren en dringende issues die een eigen specialist kunnen gebruiken, dan is het einde zoek.”

Met de juiste feiten win je het debat

2% EENS                                                     98% ONEENS

+ “Als je het goed brengt en de juiste feiten hebt, kun je altijd het debat winnen.”
– “Gelijk hebben is niet altijd gelijk krijgen, je wint debatten alleen als je het vertrouwen wint van je publiek en dan maken feiten niet altijd het verschil.”