← Al het nieuws

Schouten erkent toegevoegde waarde nieuwe veredelingstechnieken voor sterke en duurzame aardappelrassen

,

Nieuwe veredelingstechnieken kunnen bijdragen aan het sneller en beter ontwikkelen van sterke en duurzame aardappelrassen, aldus landbouwminister Carola Schouten. Deze uitspraak is onderdeel van het antwoord op Kamervragen van CDA-Kamerlid Derk Boswijk over de mislukte aardappeloogsten van biologische telers, die het gebruik van deze technieken uitsluiten.

Afgelopen zomer was een dramatische zomer voor biologische aardappeltelers. De zeer besmettelijke schimmel Phytophthora verspreidde zich over het land. Biologische telers gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen en hebben veel oogst verloren zien gaan.

Gelukkig zijn chemische bestrijdingsmiddelen niet de enige weg om aardappelen te beschermen. Veredelaars zijn hier de ware helden, zij hebben in de afgelopen jaren robuustere rassen veredeld die beter, maar niet volledig, bestand zijn tegen ziektes als Phytopthora. Dit doen zij door middel van het nieuwste vernuft aan hightechonderzoek naar resistentie, maar helaas niet met nieuwe veredelingstechnieken. Gedateerde Europese wet- en regelgeving maakt de drempel voor goedkeuring hoog: het is te duur, onzeker en langdurig.

De conventionele veredelingstechnieken waarmee ook biologische rassen zijn veredeld, bestaan onder andere uit mutagenese. Dat is een techniek die veredelaars al decennia gebruiken voor groenten, fruit en andere gewassen en die leidt tot genetisch gemodificeerde producten. Producten uit mutagenese hebben vanwege die historie van veilig gebruik echter een uitzonderingspositie in de Europese wet- en regelgeving rond genetische modificatie. Tegelijkertijd is mutagenese een willekeurig proces en daarmee een minder geschikte tool. Of, zoals minister Schouten het verwoordt: “Met nieuwe veredelingstechnieken als CRISPR-Cas en cisgenese kunnen de resistenties echter nog sneller worden opgenomen in bestaande succesvolle rassen en daarmee opbrengst en hun geschiktheid voor specifieke afzet behouden. Bovendien kunnen veredelaars met deze technieken meer en sneller resistentiegenen voor Phytophthora en andere aardappelziekten stapelen, waardoor de resistentie duurzamer wordt. Echter, de biologische landbouw sluit het gebruik van deze technieken uit, omdat dit leidt tot genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s).”

Wat HollandBIO betreft geven we veredelaars ruim baan voor het inzetten van de beste tools die er zijn,  zodat zij gewassen veredelen en naar de supermarktschappen brengen die gezond en lekker zijn, een hoge opbrengst hebben zonder daarbij de aarde uit te putten en die minder of geen bestrijdingsmiddelen nodig hebben. Ook slaan we maar al te graag de handen ineen met de biologische sector om ons hier samen hard voor te maken. Want we hebben een paradigmaverschuiving nodig, in plaats van hier en daar een marginale aanpassing in de Europese wet- en regelgeving.

We moeten een einde maken aan de stigmatisering van ggo’s en ons concentreren op de vraag of een organisme of product veilig is voor het beoogde gebruik. HollandBIO pleit voor wetgeving die stimulerend werkt op de ontwikkeling en inzet van alle innovaties die bijdragen aan de Europese doelen op het vlak van gezondheid, duurzame voedselproductie en circulaire economie. Voor wetgeving die veiligheid borgt zonder te discrimineren op grond van technologie. HollandBIO ziet uit naar een ambitieuze, doortastende en voortvarende aanpak – waarmee Europa zich bij de innovatieve voorhoede van de wereld schaart.

Lees ook

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/09/06/antwoorden-op-kamervragen-over-schimmelziekte-in-biologische-aardappelen

https://nos.nl/artikel/2389216-aardappelziekte-bij-bioboeren-dit-gaat-om-enorm-veel-geld