Rapport Technopolis verkent positie klinisch onderzoek binnen de WBSO
In een recente verkenning van onderzoeksbureau Technopolis van de positie van klinisch onderzoek binnen de WBSO, komt naar voren dat klinisch onderzoek een vorm van R&D is die duidelijk onder de WBSO valt. Waar de aandacht in het rapport met name naar uitgaat, is de uitzonderingspositie vanuit de farmaciebrief van 1998 waarmee opdrachtnemende partijen voor uitbesteed onderzoek WBSO aan kunnen vragen. Die situatie is, voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer en RVO als uitvoerder, complex. Technopolis schetst verschillende scenario’s richting de toekomst, die EZK mogelijk gaat gebruiken bij de evaluatie van de WBSO als geheel in 2025. Hollandbio is benieuwd welke biotechbedrijven binnen en buiten haar achterban ervaring hebben met deze uitzonderingspositie en hoe zij kijken naar de conclusies en aanbevelingen uit de verkenning van Technopolis. Input is welkom via hollandbio’s Robbert!
Context WBSO, farmaciebrief en verkenning
De Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) is al ruim 30 jaar lang een belangrijk fiscaal instrument waarmee Nederland R&D bij bedrijven stimuleert. Sinds 1998 hanteert de overheid de ‘farmaciebrief’ als leidraad voor de positie van klinisch onderzoek binnen de WBSO, en een recente verkenning van onderzoeksbureau Technopolis in opdracht van het ministerie van Economische Zaken (EZK) brengt in kaart hoe deze leidraad functioneert.
De verkenning dient voor EZK om diepgaander te begrijpen hoe de farmaceutische sector werkt, wat de stand van zaken is van het vestigingsklimaat binnen de farmaceutische sector en hoe de WBSO en de farmaciebrief daarom een rol spelen. Hoewel het expliciet niet de doelstelling was om vanuit de verkenning aanbevelingen te verkrijgen over mogelijke aanpassingen aan het beleid, zet Technopolis wel een aantal toekomstscenario’s op een rijtje.
Uitkomsten verkenning Technopolis
In de verkenning komt naar voren dat het totale belastingvoordeel uit de uitzonderingsregeling binnen de farmaciebrief relatief laag is, namelijk 6.77 mln euro terwijl het totaal van de categorie medische wetenschappen & farma op 182 mln euro staat. Ook het aantal farmabedrijven dat op deze manier de WBSO inzet is relatief laag, namelijk 28 van de in totaal 471 bedrijven die een WBSO aanvroegen voor R&D rond geneesmiddelenontwikkeling.
De uitzondering die dit type onderzoek nu vormt leidt tot uitdagingen bij RVO als uitvoeringsorganisatie en ook bij opdrachtgevers en opdrachtnemers is niet altijd duidelijk of en wanneer WBSO aangevraagd kan worden. Sommige partijen zien hier daarom in zijn geheel van af.
Toekomstscenario’s een brug te ver
In het rapport schetst Technopolis ook een aantal toekomstscenario’s voor de uitzonderingspositie die de farmaciebrief geeft. Wat hollandbio betreft is dat, gezien de eerdere conclusies en vaststellingen, voor nu nog een brug te ver. De grote onduidelijkheid over de onderliggende cijfers en statistieken, de complexe en internationale keten van geneesmiddelenontwikkeling en onderlinge relaties tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers en de onzekerheid over wanneer er nu wel of niet een beroep gedaan kan worden op de uitzonderingspositie maken dat we voor nu vooral meer inzichten en duidelijkheid nodig hebben. Zeker omdat uit de verkenning ook duidelijk wordt dat het vestigingsklimaat in de farmaceutische en biotech sector een belangrijk en gevoelig onderdeel is van het Nederlandse ecosysteem.
Omdat de uitzondering zo complex lijkt te zijn en tot onduidelijkheid leidt, is hollandbio benieuwd welke biotechbedrijven binnen en buiten haar achterban ervaring hebben met deze uitzonderingspositie en hoe zij kijken naar de conclusies en aanbevelingen uit de verkenning van Technopolis. Input is welkom via hollandbio’s Robbert!