← Al het nieuws

(N)evergreening: vijftig tinten groen

,

Iedereen die aan de lange route van lab naar patiënt begint zet erop in: een baanbrekend nieuw geneesmiddel ontwikkelen dat vele levens redt. De realiteit blijkt echter anders. Innovatie gaat veel vaker met kleine stapjes, dan met grote sprongen voorwaarts. Vooruitgang kent daarbij vele vormen: meer gezondheidswinst, minder bijwerkingen, meer gebruiksgemak, of betere productiewijzen. En al lijken die kleine stapjes individueel niet heel indrukwekkend, samen kunnen ze toch zomaar tot een totaal nieuw levensperspectief voor patiënten leiden.  

Het Zorginstituut lijkt die kleine stapjes voorwaarts helaas vooral als iets negatiefs te zien, zo blijkt uit de opdracht waarmee ze adviesbureau SiRM op pad stuurden. In plaats van de consultants te vragen hoe het Zorginstituut als hoeder van het verzekerde pakket het beste om kan gaan met de continue introductie van verbeterde versies van geneesmiddelen, kregen zij de vraag om ‘de impact van evergreening en de rol van het Zorginstituut’ te onderzoeken. Zowel de aanleiding, de vraagstelling, de onderzoeksopzet als het resulterende rapport lijken vooral bedoeld om een onwenselijk fenomeen te duiden en om uiting te geven aan morele verontwaardiging over die vermaledijde ‘strategie van fabrikanten om hun medicijnen langer exclusief op de markt te houden. Zodat ze er een hogere prijs voor kunnen vragen.’

Nu willen we het bestaan van evergreening helemaal niet ontkennen. Na het succesvol doorlopen van de lange, kostbare en risicovolle route van lab naar patiënt, is er fabrikanten veel aan gelegen om zo lang mogelijk zoveel mogelijk geld te verdienen met een innovatief geneesmiddel. Sterker nog, dat wordt zelfs van ze verwacht door alle geldschieters die de risicovolle ontwikkeling van geneesmiddelen mogelijk maken. Ieder investeert weliswaar in gezondheid, maar ook om een mooi rendement te maken, of het nu publieke investeerders als Invest-NL, pensioenfondsen of door en door commerciële private venture capital fondsen zijn. En hoe spijtig ook, een bestaand product optimaliseren is nou eenmaal makkelijker en minder risicovol dan iets compleet nieuws ontwikkelen.

De wijze waarop het Zorginstituut en SiRM alle incrementele innovatie over één kam lijken te scheren als evergreening zit ons weldegelijk dwars. Het fenomeen wordt neergezet als een strategie puur gedreven door winstmaximalisatie, met de samenleving en patiënt als willoze dupe. Terwijl er in realiteit vijftig tinten groen zijn, ook mét volop meerwaarde, voor zowel patiënt als betaler. Want hoewel een patiënt misschien weinig merkt van een duurzamer productieproces, mag de overgang van een ziekenhuisinfuus naar een pil toch een significante verbetering heten. Ook leidt incrementele innovatie tot meer waar voor ons geld. In tijden waarin eigenlijk alles duurder wordt, mag het een wonder heten dat verbeterde producten hetzelfde geprijsd zijn als hun voorloper. In plaats daarvan hekelt het rapport enkel misgelopen besparingen.

Het polariserende frame van evergreening leidt vooral ook af van de achterliggende objectieve vraag, die weldegelijk terecht en relevant is: wanneer vinden we een verbeterd product zijn prijs, of het mislopen van besparingen, waard, en wanneer niet? Willen we alleen betalen voor een groter klinisch effect, of bijvoorbeeld ook voor gebruikersgemak? Als schot voor de boeg: het lijkt ons niet meer dan logisch dat we bereid zijn om wel meer te betalen voor een sprong voorwaarts, maar niet voor een mooiere verpakking.

Of het nu gaat om revolutionaire nieuwe behandelingen of incrementele verbeteringen, de vraag of waarde in verhouding staat tot prijs is gelukkig wel de core business van het Zorginstituut – in tegenstelling tot octrooirecht en marktexclusiviteit. In plaats van zich te verliezen in het veroordelen van vijftig tinten groen, had ook deze schoenmaker beter bij zijn leest kunnen blijven: het objectief beoordelen van producten op hun merites. Met patent of zonder patent, innovatief of generiek, dat zou voor het advies geen enkel verschil moeten maken. Sterker nog, door al dat gemopper over verkoopstrategieën dreigt het marktprincipe dat altijd de doorslag geeft bijna onder te sneeuwen: wie betaalt, bepaalt. Doe er uw voordeel mee.