← Al het nieuws

Nederland: benut het potentieel van nieuwe genomische technieken

, ,

“Een paradigmaverschuiving in de Europese wet- en regelgeving is nodig om de kansen van de biorevolutie voor een duurzaam en gezond Europa te verzilveren. We moeten stoppen met het discrimineren van technologie.” Deze boodschap van HollandBIO’s Annemiek kon op volop support van de zaal rekenen tijdens de door het ministerie van IenW georganiseerde stakeholderbijeenkomst over de toekomst van nieuwe genomische technieken afgelopen vrijdag in Utrecht.

Op initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) kwamen op vrijdag 14 oktober ruim 100 stakeholders uit bedrijfsleven, wetenschap, beleid en maatschappij bij elkaar in het Spoorwegmuseum te Utrecht om met elkaar in gesprek te gaan over de toekomst van nieuwe genomische technieken (NGTs), en in het bijzonder over de modernisering van de Europese regelgeving voor genetische modificatie (GGO). Irene Sacristán Sánchez, Head of Unit Biotechnology van de Europese Commissie, was speciaal afgereisd naar Utrecht om een update te geven over het lopende Europese wetgevingstraject. Ook HollandBIO mocht een bijdrage leveren: samen met Coenraad Krijger van natuurorganisatie IUCN NL en Susanne Sütterlin van het ministerie van LNV ging onze Annemiek onder leiding van dagvoorzitter Desiree Hoving in debat over het onderwerp.

Anderhalf jaar terug concludeerde de Europese Commissie dat de huidige GGO-wet- en regelgeving niet fit for purpose is en aangepast dient te worden aan de wetenschappelijke en technologische vooruitgang. Net als HollandBIO ziet de Commissie een rol voor biotech in het realiseren van de Europese doelstellingen voor een duurzaam agrifood-systeem, zoals vastgelegd in de Green Deal, de Boer-tot-Bord- en biodiversiteitstrategie, maar ook voor het verzilveren van gezondheidswinst, door het verbeteren en versnellen van de ontwikkeling van geneesmiddelen en therapieën. Helaas blokkeert de huidige buitenproportionele en gepolitiseerde regelgeving innovatie. Er is dan ook werk aan de winkel. HollandBIO pleit voor een complete paradigmaverschuiving, waarbij autoriteiten producten niet langer beoordelen op basis van de technologie waarmee ze gemaakt zijn, maar op basis van de eigenschappen van het eindresultaat. Een CRISPR-tomaat is dan bijvoorbeeld niet anders dan een ‘klassiek veredelde’ tomaat.

Hoewel het lastig manoeuvreren is voor de Europese Commissie, stond de intentie om de toepassing van NGTs makkelijker te maken als een paal boven water om het potentieel voor de Europese doelstellingen rond voedselzekerheid en verduurzaming te benutten. Daarbij breekt de Commissie zich wel het hoofd over wat duurzaamheid nu eigenlijk behelst – en of, en op welke manier, duurzaamheidscriteria een plek moeten krijgen binnen de nieuwe wetgeving voor het veredelen van planten. Moet je specifieke eigenschappen verbieden, en andere juist stimuleren?

HollandBIO is daar in ieder geval stellig in: hoewel verduurzaming de absolute topprioriteit van Europa moet zijn, en een plek kan hebben in overkoepelend, stimulerend beleid, is het een heel slecht idee om duurzaamheidscriteria op te nemen in de GGO-regelgeving. Allereerst staat de ambitie om de toepassing van NGTs te bevorderen haaks op het toevoegen van een extra laag in de wetgeving: hoe kan iets makkelijker worden door extra eisen te stellen? Bovendien voert het de discriminatie van technologie nog verder op. Waarom zouden we wél duurzaamheidseisen stellen aan producten van NGTs, maar niet aan producten die op een meer ouderwetse manier zijn geproduceerd? Tot slot realiseert de brede toepassing en beschikbaarheid van NGTs een aanzienlijke versnelling van de veredelingsprogramma’s van de hele sector, niet alleen voor de groten der aarde, maar ook voor startups en MKB, en net zo goed voor grootschalige gewassen als voor kleine, lokale variëteiten groente en fruit. Dat is dus sowieso duurzamer: het scheelt namelijk alleen al een boel water, energie en kosten in ontwikkeling – nog los van de mogelijke voordelen van het feit dat het nieuwe gewas jaren eerder in het veld staat.

De modernisering van de GGO-wetgeving vergt een lange adem, zeker als je bedenkt dat er ook nog een wereld te winnen valt buiten de beperkte scope van de huidige modernisering, NGTs in planten. Het geeft moed dat het Nederlandse veld het in ieder geval duidelijk eens is over het allerbelangrijkste punt: dat NGTs kunnen bijdragen aan de verduurzaming van onze landbouw en we ervoor moeten zorgen dat de toonaangevende veredelaars die Europa nu nog rijk is, deze effectieve tools ook kunnen benutten. We kunnen en mogen het ons simpelweg niet permitteren om pasklare oplossingen links te laten liggen in onze gezamenlijke strijd voor voedselzekerheid en duurzaamheid.