Liever lege supermarktschappen dan octrooien
Tijdens het recente Tweeminutendebat Biotechnologie nam de Tweede Kamer een drietal moties aan die – al dan niet bewust – flink roet in het eten gooien voor het spoedig benutten van nieuwe technieken voor plantenveredeling (NGTs) in Europa. Met het aannemen van deze moties vraagt de Kamer het kabinet als het gaat om onze voedselproductie net zo hard op het gaspedaal als op de rem te gaan staan. Liever lege supermarktschappen dan octrooien, zo lijkt de gedachte.
De vele toonaangevende plantenveredelaars die Nederland rijk is, staan te trappelen om eindelijk moderne technieken te kunnen benutten om sneller en efficiënter nieuwe gewassen te ontwikkelen die bijdragen aan de wereldwijde voedselvoorziening en verduurzaming van de landbouw. Door buitenproportioneel zware en gedateerde Europese wet- en regelgeving bleven nieuwe genetische precisietools als CRISPR-Cas tot nu toe buiten bereik, terwijl de rest van de wereld wél ruim baan maakt voor innovatieve veredeling. De concurrentiepositie van Europa holt daardoor hard achteruit. Voor een landbouwland als Nederland valt daarmee nogal wat te verliezen.
Gelukkig is onze overheid zich maar wat bewust van het belang van NGTs voor de toekomst van onze landbouw: Nederland maakt zich al jaren hard voor modernisering van de Europese wetgeving. En met succes. Het Europees Parlement keurde begin februari haar onderhandelingspositie goed rond het NGT-voorstel van de Europese Commissie, een eerste grote stap richting een akkoord op Europees niveau. Een grote overwinning voor wetenschap, voor onze innovatiekracht én voor de duurzaamheidsambities. Hollandbio kijkt reikhalzend uit naar de dag dat de supermarkten vol met gezonde, lekkere en duurzaam geteelde biotech producten liggen.
Als het aan de Kamer ligt, laat die dag nog jaren op zich wachten. Niet langer omdat we de moderne technieken discrimineren ten opzichte van ouderwetse manieren van veredeling, maar nu omdat de gedachte aan octrooien angst inboezemt. De regels rondom intellectueel eigendom maken géén deel uit van de wetgeving die op dit moment gemoderniseerd wordt om NGTs toegankelijk te maken, maar liggen vast in Europese wetgeving en internationale verdragen. Dat het inbrengen van een discussie over octrooien in een voorstel voor ruimere mogelijkheden voor NGTs alleen maar leidt tot complicaties en jarenlange vertraging, neemt de Tweede Kamer voor lief. Liever lege supermarktschappen dan octrooien, zo lijkt de gedachte.
Innovatie valt of staat met de mogelijkheid om forse investeringen in risicovol onderzoek en ontwikkeling terug te kunnen verdienen. In de plantenveredeling is dat niet anders. Intellectueel eigendom maakt dat mogelijk: in ruil voor openbaarmaking van je kennis zodat anderen daarop voort kunnen innoveren, kun je bescherming aanvragen op jouw uitvinding, zodat niemand daar zonder jouw toestemming mee aan de haal mag gaan. Zaadveredelaars gebruiken verschillende methoden om hun intellectueel eigendom te beschermen, waarvan kwekersrecht en octrooirecht de belangrijkste zijn.
Octrooi- en kwekersrecht lijken erg op elkaar, maar hebben elk hun eigen toepassing, mogelijkheden en onmogelijkheden. Soms is het gekozen systeem een kwestie van voorkeur, terwijl sommige uitvindingen alleen te beschermen zijn met het octrooirecht, of juist alleen met het kwekersrecht. Toch staan alleen octrooien in een kwaad daglicht, mede door de decennialange lobby van organisaties die met een slim frame van voedselzekerheid innovatieve technieken buiten de deur wilden houden. Met resultaat, zo blijkt ook nu weer.
Niemand zal het belang ontkennen van een goede toegankelijkheid van uitgangsmaterialen, noch van de continue ontwikkeling van nieuwe rassen. Dat vergt balans: intellectueel eigendom mag toegankelijkheid niet blokkeren, maar moet wel genoeg bescherming bieden om gedane investeringen terug te verdienen. Dat vindt ook de Europese Commissie, die in reactie op de zorgen toezegde de octrooiverlening op planteneigenschappen scherp te zullen monitoren en indien nodig maatregelen te treffen. Daarvoor zijn diverse mogelijkheden, zoals een internationaal licentieplatform waarmee de veredelingssector al eerder ervaring opdeed.
Naast de premature timing en de onuitvoerbaarheid van de moties, zoals EZK-minister Adriaansens in haar appreciatie terecht opmerkte, is het uit angst verbieden van octrooien op NGT-planten, als schieten met een kanon op een mug. Een heilloze route, die niet zonder gevolgen zal blijven – zo blijkt ook meteen uit de derde aangenomen motie die de Nederlandse regering opdraagt in de EU tegen het NGT-voorstel te stemmen totdat de resultaten bekend zijn uit onderzoek dat in 2025 of 2026 afgerond is. De grootste nachtmerrie van veredelaars, dat Europa niet meer dan het museum van de plantenveredeling zal zijn, wordt daarmee steeds meer werkelijkheid. Onze veredelaars kunnen voorlopig fluiten naar hun ambitie om concurrerend te blijven.