← #nieuws

KPMG en AmCham: Nederland moet aan de bak om niet achterop te raken met haar life sciences sector 

Nederland heeft alles in huis om wereldleider te zijn in life sciences, maar dat fundament begint te wankelen. Uit het Rapport van KPMG en de American Chamber of Commerce in the Netherlands (AmCham) “De toekomst voor de sector life sciences in Nederland” blijkt dat Nederland in 2025 nog maar op plek zes staat in het internationale vestigingsklimaat voor life sciences-bedrijven.

Behoud van deze 6e plek is voor de komende jaren geen vanzelfsprekendheid. Terwijl andere landen miljarden investeren en hun procedures versnellen, blijft Nederland steken in trage goedkeuringen, versnipperd beleid en hoge kosten. Als we nu niet samen handelen, stellen we niet alleen onze huidige positie op het spel, maar ook de kans op een gezondere samenleving, een sterkere economie en onafhankelijkheid van landen als China en de VS. 

Life sciences zijn geen kostenpost, maar een motor van vooruitgang. De sector draagt jaarlijks €32 miljard bij aan het bbp en biedt werk aan ruim 53.000 mensen. Toch zijn onze private R&D-investeringen slechts €900 miljoen – een fractie van wat België (€5.692 miljoen) en Zwitserland (€9.556 miljoen) investeren. Dat is geen gebrek aan potentie, maar aan durf. Nederland moet weer kiezen voor doen: investeren in slimme oplossingen, ruimte geven aan talent en barrières wegnemen.  

De urgentie die uit het rapport naar voren komt is duidelijk. De toegang tot nieuwe geneesmiddelen duurt in Nederland gemiddeld 514 dagen – bijna dubbel zo lang als in Duitsland. Dat betekent dat patiënten wachten, bedrijven afhaken en innovaties elders worden verzilverd. Willen we een ijzersterk innovatieklimaat, dan moeten we versnellen: goedkeuringsprocedures stroomlijnen, een nationale data-infrastructuur bouwen en publiek-private samenwerking versterken. Alleen zo maken we Nederland weer aantrekkelijk voor investeerders, onderzoekers en ondernemers. 

We hebben alles in huis. Maar wie nu niet handelt, raakt achterop. Geen overleg, maar actie. Geen afwachten, maar investeren. In zorg, economie en daarmee de toekomst.