← All news

Paradise by the dashboard light?

, ,

Afgelopen week introduceerde het ministerie van VWS zijn spiksplinternieuwe Dashboard Doorlooptijden Geneesmiddelen. Een ontwikkeling die we bij hollandbio met open armen ontvangen en die er veelbelovend uitziet: wij zien namelijk graag helderheid over de routes en doorlooptijden van álle nieuwe innovaties die bijdragen aan onze Gezondheid op Maat-ambitie.

Het nieuwe dashboard brengt in kaart hoe lang het duurt om extramurale geneesmiddelen en intramurale sluisgeneesmiddelen vergoed te krijgen, en hoe de verschillende stappen in het proces verlopen. Op deze manier vormt het een mooie aanvulling op ons eigen onderzoek, over de doorlooptijden tot het moment dat de NZa een add-onprestatie toekent. Enorm waardevolle inzichten, die helpen om het systeem verder te begrijpen en hierover met elkaar in gesprek te gaan. Want wat vinden we van deze doorlooptijden? Ons valt bijvoorbeeld op dat het lang kan duren voordat een dossier na een handelsvergunning ook daadwerkelijk compleet is en het Zorginstituut aan een beoordeling begint. Wat ligt daaraan ten grondslag? Hoe meer we met elkaar onderzoeken hoe het systeem werkt, stap 1, hoe beter we samen met alle stakeholders kunnen werken aan verbeteringen die gezondheid op maat dichterbij brengen!  

← All news

Maatwerk als rode draad tijdens Biotech Wednesday: Gezondheid op maat 

, , ,

Vorige week woensdag vond ons Biotech Wednesday-event plaats, met als rode draad hollandbio’s kersverse programma: Gezondheid op maat. In de sfeervolle Tuinzaal van het Centraal Museum deelden zowel wijzelf als een selectie biotech koplopers deze middag hoe zij gepersonaliseerde gezondheidszorg verder op weg helpen met behulp van ziektemodellen, diagnostiek en behandelingen – zowel curatief als preventief.

Onze programmamanager Britt van de Ven trapte het programma af door het publiek mee te nemen in de biorevolutie. Aan de hand van een aantal voorbeelden liet ze zien hoe die gezondheid op maat steeds tastbaarder maakt. Britt: “Als het gaat om gezondheid, geldt: One size does NOT fit all. Biotech kan helpen de juiste behandeling te geven aan de juiste persoon op het juiste moment.” 

Robert Vries, CEO van HUB organoids, liet vervolgens zijn licht schijnen op de mogelijkheden en knelpunten van HUB’s organoid-technologie, zowel als klinisch relevant ziektemodel als diagnostische tool: “Dit soort patiëntmodellen stellen ons in staat voorspellingen te maken over effectiviteit en toxiciteit die we anders nooit hadden kunnen meten. Met deze informatie kunnen we klinische studies revolutionair anders opzetten, en zo het geneesmiddelenontwikkelproces substantieel versnellen.” 

Chapter Lead Patient Journey Partners Janneke Boersma vertelde daarna hoe Roche vooroploopt in de ontwikkeling van gepersonaliseerde behandelingen: “Door de inzet van diagnostiek en data kunnen we binnen steeds meer ziektegebieden waarde toevoegen.” Desondanks stuit het bedrijf nog te vaak op obstakels op weg naar de patiënt. Janneke: “Bestaande kaders zitten innovatie in de weg. We moeten samen silo’s doorbreken en laten zien dat andere vormen van geneesmiddelontwikkeling ook passend zijn. Waar een wil is, kan een weg zijn.” 

Tot slot zette multiondernemer Remko van Leeuwen preventieve innovaties in het zonnetje. Aan de hand van voorbeelden uit zijn werk bij biotech startups Madam Therapeutics en SurvivX, het Aidsfonds en de BEAM Alliance, liet hij zien waarom de succesvolle ontwikkeling en implementatie van middelen als vaccins en antibiotica door een almaar verslechterende business case zo’n enorme uitdaging vormt. Remko: “Het roer moet om! Alleen als we innovatie op de juiste manier belonen, kunnen we genoeg middelen doorontwikkelen om infecties te blijven bestrijden. Het voorkomen van ziekte is immers beter dan genezen.” 

“Als het aan ons en de sprekers ligt, wordt maatwerk het nieuwe normaal,” sloot onze moderator Wieteke af: Genoeg food for thought voor de afsluitende netwerkborrel!

© Niels van Houts Fotografie

← All news

German gemütlichkeit at BIO-Europe München 

,

Last week, more than 150 Dutch delegates travelled to München for BIO-Europe; one of the bigger biotech congresses in Europe to partner up with potential partners, investors or clients to boost biotech innovations! Hollandbio teamed up with Health~Holland as hosts and offered a nice home base at the Dutch pavilion.    

Moreover, the Dutch pavilion was the place to be for international attendees to discover the strengths of our beautiful life sciences ecosystem. One of the main activities hollandbio and Health~Holland organize during BIO-Europe, is the bike raffle during the networking reception at our pavilion. This year’s winner was Anna Bennis, Business Developer Neuroscience at the Amsterdam UMC. Congratulations! 

The next, spring edition of BIO-Europe will be held next March in Barcelona. Stay tuned for further details and discount codes, which give hollandbio members great discounts on All Access Passes. Adios en Barcelona!

← All news

De biotech partijwijzer

, , , , ,

Op woensdag 22 november gaat Nederland naar de stembus. In hoeverre omarmen politieke partijen de biorevolutie en biotech innovaties die het leven beter maken? Hollandbio zocht het uit en legde partijprogramma’s langs de lat van innovatie, gezondheid en duurzaamheid.

Twaalf partijprogramma’s gescoord op biotechnologie

De inzet van hollandbio is helder: de revolutionaire innovaties uit de biotechnologie gebruiken om Nederland innovatiever, gezonder en duurzamer te maken. Daarvoor hebben we het gloednieuwe Biotech Verkiezingsmanifest opgesteld. Om te zien hoe partijen zich daartoe verhouden, hebben we de verkiezingsprogramma’s van de twaalf grootste partijen gescoord op de thema’s innovatie, gezondheid en duurzaamheid. Daarbij hebben we waar mogelijk ook gekeken naar de doorrekening door het Centraal Planbureau (CPB), waarin sommige partijen extra kleur bekennen. Zo ontstaat het overzicht van welke partijprogramma’s het meest uitgesproken voorstander zijn van biotechnologie.

Uitleg per thema

Een ijzersterk innovatie- en ondernemersklimaat

Het stimuleren van ondernemerschap is een maatschappelijke taak. Daarom moet er in Nederland voldoende en passende financiering zijn, hetgeen toekomstige innovatie versnelt. Ook de (fiscale en publieke financierings-)instrumenten die we tot onze beschikking hebben moeten op orde zijn, zodat het biotech ecosysteem verder tot bloei kan komen. Hiermee versnellen we de biorevolutie en plukken we daarvan de vruchten voor gezondheid, duurzaamheid en economische groei.

Gezondheid op maat

Nederland moet toe naar een stelsel dat gezondheid op maat mogelijk maakt. Daarvoor is betere toegankelijkheid van innovatieve/gepersonaliseerde geneesmiddelen noodzakelijk, evenals het beter benutten van de mogelijkheden van diagnostiek. Ons land moet doorpakken op preventie en heeft een gezondheidsdata-infrastructuur nodig als voorwaarde voor passende zorg.

Biotechnologie voor een duurzame toekomst

Ons land kan een gidsrol spelen in de transitie naar een duurzame samenleving. Daarvoor moeten we wel ruim baan geven aan disruptie en is Europa aan zet voor meer biotech impact. Duurzame oplossingen zijn er volop, die alleen worden benut als er nationaal wordt doorgepakt. Daarom wordt opschaling gestimuleerd en is een brede maatschappelijke toepassing van doorslaggevend belang.

Score per thema

Innovatie

D66 (donkergroen): D66 heeft met inzet op sleuteltechnologieën, een wetenschapsfonds en de optuiging van een Nederlandse publiek-private investeringsbank een duidelijke en voor de biotech sector relevante inzet op innovatie. Ook wil de partij een fiscale regeling voor innovatie en duurzaamheid.

Volt (donkergroen): Volt besteedt op innovatievlak veel aandacht aan start- en scale-ups en de uitdagingen waar zij mee te maken hebben rond financiering en intellectueel eigendom. Ook zetten zij in op een industrie- en innovatievisie waarin de kansen uit sleuteltechnologieën centraal staan, maar volgt er een lastenverzwaring voor bedrijven door de verhoging van het tarief van de innovatiebox.

VVD (donkergroen): Uitgebreide plannen en oog voor ondernemers in alle soorten en maten in de politieke keuzes zorgen voor een goede score voor de VVD. De aandacht voor betere valorisatie,  financieringsmogelijkheden en toegang tot talent voor specifiek start- en scale-ups vallen in het bijzonder op. Helaas wil de partij het resterende budget van het Nationaal Groeifonds schrappen.

CU (donkergroen): De ChristenUnie besteedt in zijn programma veel aandacht aan het Nederlandse innovatieklimaat, met concrete plannen op financierings- en valorisatiethema’s. Ook wil CU voldoen aan de Lissabon-doelstelling van 3% van ons BBP aan R&D-uitgaven. Helaas wil de partij het resterende budget van het Nationaal Groeifonds schrappen.

NSC (lichtgroen): NSC heeft oog voor de noden van start- en scale-ups en innovatief mkb en wil daar beleid, fondsen, internationaal talent en instrumenten als de WBSO en Innovatiebox voor inzetten. Daar tegenover staat dat de partij de 30%-regeling versobert, en het Klimaatfonds en Stikstoffonds afschaft omdat zij de democratische controle daarop mist. Het Groeifonds gaat samen met Invest-NL en delen van RVO op in een Nationale Ontwikkelingsmaatschappij.

CDA (lichtgroen): Voor innovatie heeft het CDA op papier goede ambities, met onder andere vermindering van regeldruk en het Europees investeren in sleuteltechnologieën zoals biotechnologie, maar het ontbreekt hier en daar aan concrete plannen voor start-ups, mkb en gevestigde bedrijven voor een ijzersterk innovatieklimaat. Ook schaft het CDA het Nationaal Groeifonds af.

BBB (lichtgroen): BBB besteedt veel aandacht aan het verminderen van regeldruk voor alle soorten bedrijven en plaatst een grote nadruk op het behouden en verbeteren van het vestigingsklimaat, onder andere via fiscale regelingen. Er is iets minder specifieke aandacht voor start- en scale-ups en het inzetten op sleuteltechnologieën.

PvdD (oranje): Aan de ene kant stelt PvdD maatregelen voor die vooral grote en gevestigde bedrijven raken, zoals het fors verhogen van de winstbelasting en het schrappen van de expatregeling. Wel pleit de partij voor het fiscaal aantrekkelijker maken van geduldig kapitaal in sectoren die minder snel rendement opleveren (zoals biotech) en maatregelen en instrumenten toe te spitsen op duurzame ‘opbouwbedrijven’.

GroenLinks/PvdA (oranje): GroenLinks/PvdA wil dat de overheid gaat mee-investeren in baanbrekende innovaties die kansrijk zijn én die bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Wel vragen zij een grote bijdrage van bedrijven, bijvoorbeeld door hogere afdrachten, en willen ze de expatregeling en innovatiebox afschaffen. Ook schrappen ze het resterende budget voor het Nationaal Groeifonds, waarvan een deel wordt geïntensiveerd in een innovatiefonds. Daarnaast stellen ze voorwaarden rond publieke kennis en patenten aan innovaties die uit publiek geld voortkomen en willen zij publiek-private samenwerking meer van elkaar scheiden.

SP (rood): De SP plaatst de nadruk op hogere lasten en grotere verplichtingen voor met name grote bedrijven. Daarnaast moet publiek-privaat onderzoek zodanig gaan verlopen dat private partijen daar geen zeggenschap meer over hebben. Wel komt er voor startende bedrijven en mkb een nationale investeringsbank met leningen.

FVD (rood): FVD wil regeldruk voor het mkb terugdringen, maar besteedt verder weinig tot geen aandacht aan de bijdrage van innovatieve (biotech) bedrijven aan de economie.

PVV (rood): De PVV besteedt in haar programma in het geheel geen aandacht aan de rol die (biotech) bedrijven en innovatie kunnen spelen en de bijdrage die zij kunnen leveren op economisch vlak.

Gezondheid

BBB (donkergroen): Op gezondheidszorg en in het bijzonder rond geneesmiddelen zet BBB in op het versnellen van de toegang tot innovatieve geneesmiddelen. Daarnaast roept BBB op zorgverzekeraars meer te stimuleren op preventie en willen zij geanonimiseerd datagebruik mogelijk maken voor de ontwikkeling van innovaties.

VVD (lichtgroen): Brede aandacht en concrete plannen voor de verschillende onderwerpen die spelen op het gezondheidsvlak, waaronder proefdiervrije innovatie, het uitwisselen van data en het verbeteren van preventie door bijvoorbeeld vaccinatie. Toch is het zorgelijk dat nieuwe behandelingen/behandelmethoden wat de VVD betreft niet langer automatisch het basispakket instromen.

Volt (lichtgroen): Pleidooi voor gezamenlijke Europese inkoop van geneesmiddelen, het verder ontwikkelen van de Europese farmaceutische strategie en het opzetten van een fonds voor het ontwikkelen van geneesmiddelen tegen zeldzame ziekten. Ook wil Volt focussen op de aanpak van AMR en pandemische paraatheid en meer nadruk op preventie in de zorg en maatschappij, bijvoorbeeld door 1% van het zorgbudget hiertoe over te hevelen naar gemeenten.

D66 (lichtgroen): D66 wil een grotere rol voor de overheid op gezondheidszorg, bijvoorbeeld door investeringen in gebieden waar de markt niet instapt of door gezamenlijke Europese onderhandelingen over geneesmiddelen. Ook steekt de partij meer geld in (medische) preventie. Verder wil D66 stappen maken op het stimuleren van klinisch onderzoek naar cel- en gentherapie en vaccins. Punt van aandacht is dat D66 farmaceutische winst onverdedigbaar vindt, meer inzicht vraagt in hun kosten en deze bedrijven mogelijk zwaarder wil belasten.

NSC (lichtgroen): Op geneesmiddelen plaatst NSC de nadruk op de transitie naar passende zorg, de-medicalisering en het scherper kijken naar en (Europees) inkopen van nieuwe, innovatieve medicijnen. Verder heeft NSC aandacht voor belangrijke randvoorwaarden zoals structurele financiering voor innovaties die de zorg aantoonbaar kwalitatief verbeteren en goedkoper maken en ruim baan geven aan goede ICT en technologie. Op preventie komt lijkt NSC vooral in te zetten op leefstijlpreventie.

PVV (lichtgroen): Op gezondheidsvlak vindt de PVV dat er geen wachttijd moet zijn voor medicijnen na een positief advies van het EMA en dat extra zorgkosten voorkomen worden doordat mensen met het afschaffen van het eigen risico geen zorg mijden.

CDA (geel): Het CDA wil zorgdata weghouden bij bedrijven, hoewel deze enorm kunnen helpen bij het ontwikkelen en beter toepassen van geneesmiddelen en diagnostica. Daarentegen zetten ze wel fors in op preventie. Over geneesmiddelen is weinig terug te vinden, behalve het tegengaan van tekorten.

CU (geel): De “ethiek der voorzichtigheid” inzake medische innovaties en beperkingen voor wetenschappelijk onderzoek verlagen de score voor de CU. Toch zijn er wel stevige en concrete ambities op preventie, bijvoorbeeld door preventieve interventies in het basispakket op te nemen en vaccinatie beter te organiseren.

PvdD (oranje): Zoals verwacht besteedt de PvdD veel aandacht aan proefdiervrije innovatie door onder andere in te zetten op het sneller en beter erkennen en toepassen van nieuwe onderzoeks- en testmethoden. Rond geneesmiddelen wil de partij meer transparantie over de opbouw van prijzen en het inperken van patenten bij belemmeringen voor de toegankelijkheid. Verder pleit de PvdD voor uitgebreide overheidscommunicatie over vaccins. 

GroenLinks/PvdA (oranje): Op geneesmiddelen pleit GroenLinks/PvdA voor soms verregaande maatregelen, van het gezamenlijk inkopen van geneesmiddelen in Europa tot het herzien van het patentrecht en ruimere mogelijkheden voor dwanglicenties en het goedkoop namaken van dure medicijnen. Wel heeft de partij een stevige en goede inzet op preventie, bijvoorbeeld door meer geld te geven aan regionale zorgfondsen en de GGD’en, die daarin een belangrijke taak krijgen.

SP (oranje): Op geneesmiddelen stelt de SP dat Nederland minder afhankelijk moet worden van de farmaceutische industrie, bijvoorbeeld met een nationaal onderzoeksfonds voor geneesmiddelen. Wel wil de SP dat preventieve middelen waarvan de effectiviteit is aangetoond voortaan in het basispakket komen.

FVD (rood): FVD is faliekant tegen data-uitwisseling. Op geneesmiddelen willen ze primair generieke geneesmiddelen voorschrijven om medicijnkosten te drukken. Enig lichtpuntje is het pleidooi voor laagdrempelige preventiespreekuren bij de huisarts, hoewel de partij ook het preventieakkoord wil afschaffen.

Duurzaamheid

VVD (donkergroen): Met brede inzet op duurzame vormen van voedselproductie, waaronder kweekvlees en (precisie)fermentatie en moderne veredelingsmethoden, wil VVD de Nederlandse duurzame technologie in ons land houden. Kanttekening hierbij is dat de partij minder geneigd is om via belasting, normering en andere instrumenten een gelijker speelveld voor duurzamere bedrijven te creëren.

D66 (donkergroen): Er zijn vanuit D66 plannen om, met een mix van beleid en geld, toepassingen te stimuleren die een meer duurzame landbouw en een circulaire economie bevorderen, waarbij kweekvlees expliciet wordt benoemd. Tegelijkertijd blijft D66 weg van een duidelijke positie op New Genomic Techniques zoals CRISPR-Cas.

Volt (donkergroen): Door middel van belastingen, normering en (afbuigen van) subsidies wil Volt de CO2-uitstoot beperken en Nederland een wereldwijde duurzame koploper maken. Ook is er expliciete aandacht voor (biotechnologische) innovaties als biobased materialen, kweekvlees en precisielandbouw. Volt heeft echter geen duidelijke positie op New Genomic Techniques.

BBB (lichtgroen): Als het gaat om duurzaamheid, stelt BBB concrete maatregelen voor die ertoe moeten leiden dat biotechnologische innovaties meer ruimte moeten krijgen, bijvoorbeeld door betere Europese regelgeving en vergunningstrajecten. Een kanttekening daarbij is wel dat dit zich met name toe lijkt te spitsen op planten en landbouw, en minder op toepassingen als kweekvlees, (precisie)fermentatie en biobased materialen en toepassingen. Daarnaast is de partij ook minder geneigd om belasting, normering en andere instrumenten te gebruiken om een gelijker speelveld voor duurzamere bedrijven te creëren.

CDA (geel): Met veel inzet op New Genomic Techniques en het behouden van de koppositie in de agricultuur doet het CDA het goed, maar aandacht voor bijvoorbeeld cellulaire agricultuur (kweekvlees en precisiefermentatie), de eiwittransitie en biobased materialen en toepassingen mist.

CU (geel): De CU heeft stevige plannen als het gaat om duurzaamheid, met geld, belasting en beleid voor het stimuleren van groene technologie en toepassingen. Bij vlagen missen concrete plannen en aandacht voor biotechnologie, of het nu gaat om New Genomic Techniques, (precisie)fermentatie of biobased materialen en toepassingen.

GroenLinks/PvdA (geel): Op duurzaamheidsvlak is er vanuit GroenLinks/PvdA vooral veel aandacht voor CO2-reductie op meerdere manieren, bijvoorbeeld door normering en belasting. Ook wil zij meer ruimte voor biobased en circulaire toepassingen en cellulaire landbouw zoals precisielandbouw en kweekvlees. Wel staat de partij enigszins sceptisch tegenover NGT’s, zij stellen daar eisen aan met betrekking tot verduurzaming en een etiketteringsplicht.

PvdD (geel): De PvdD heeft stevige duurzaamheidsdoelen die bereikt worden door maatregelen die opkomende (biotech)bedrijven kunnen stimuleren zoals normering, belastingen en beprijzing. Biotechnologische innovaties zoals kweekvlees en (precisie)fermentatie komen daar expliciet en positief in terug. Grote tegenvaller is dat PvdD mordicus tegen moderne veredelingsmethoden en genetische modificatie bij planten (NGT’s) is.

NSC (oranje): NSC gaat voor overwegend klassieke en bestaande maatregelen om duurzaamheid te stimuleren, zoals het vasthouden aan het emissiehandelssysteem en het verplichten van maatregelen voor de inzameling, het hergebruik en de recycling van materialen. Verder is er veel aandacht voor innovaties in gangbare sectoren en toepassingen, zoals in de akkerbouw en visserij, en niet zozeer op innovaties rond plantenveredeling, kweekvlees en (precisie)fermentatie.

SP (oranje): Voor het stimuleren van duurzaamheid focust de SP op het aanpakken van grote, vervuilende bedrijven. Er is geen aandacht voor (biotechnologische) innovaties die de landbouw duurzamer maken of klimaatverandering tegengaan, alleen voor een transitie naar biologische landbouw.

PVV (rood): Op duurzaamheid wil de PVV vooral zaken afschaffen: van stikstofmaatregelen en het Stikstoffonds tot gelden voor CO2-reductie, en van de deelname aan het VN-Klimaatakkoord tot de Klimaatwet en het Klimaatfonds.

FVD (rood): FVD wil stoppen met alle vormen van klimaatbeleid, duurzaamheid en is fel tegen de eiwittransitie.

← All news

Lekgeprikte miljardenwinst

, ,

Schreeuwerige koppen met vette chocoladeletters over MILJARDENVERLIES, van hollandbio hoeft het niet en we hadden het ook zeker niet verwacht. Toch echoot de oorverdovende stilte over de inzakkende vraag naar coronavaccins bij ons nog na. Een breed gedeelde misrekening leidde tot krimp voor de kampioenen van de coronacrisis. Het is een harde realiteit, waar de sector vaker mee heeft te dealen.

Verwachtingsvol keek men op de beurs – uw pensioenfonds incluis – naar de koers van verschillende vaccinmakers. En dat bleek een rit omlaag, nu meerdere van hen miljardenverliezen in de boeken noteren en flinke klappen krijgen op de beurs. Ze zullen er zelf liever niet al te veel aandacht op vestigen, want wie praat zichzelf nou graag omlaag, maar opvallend is het wel. Hier hebben bedrijven namelijk – tegen de verwachting in – miljarden aan verlies genomen.

Moet de farmaceut nu met de pet rond? Berooid aankloppen voor staatssteun? Absoluut niet. Na het commerciële succes zijn ze uiteraard prima in staat om de inzakkende vraag op te vangen. Het toont echter hoe lastig voorspelbaar de ontwikkeling is van dergelijke innovaties. Sommige bedrijven hebben aan het begin van de coronacrisis al hun verlies moeten nemen, toen concurrenten sneller of simpelweg beter bleken. Andere haakten later af, toen de mRNA-vaccins favoriet werden. En nu is het de beurt aan de eerdere kampioenen zelf door de inzakkende vraag, met als gevolg onverkoopbare voorraden en dalende beurskoersen (sommige zelfs lager dan toen COVID-19 uitbrak).

Het is de realiteit die we in de biotech sector zo vaak zien: de ontwikkeling van nieuwe behandelingen duurt lang, is kostbaar en risicovol. De weg naar de samenleving is meer dan eens hobbelig, of zelfs een achtbaan met een enorme volatiliteit. Het ene moment is het product door de vraag niet aan te slepen en worstelen beleidsmakers met de vraag welke beroepsgroep of landen als eerste moet meedelen in de schaarse vaccins, het volgende moment maalt nauwelijks iemand nog om zo’n prik. Crisis bezworen, a job well done. En tegen welke prijs? Dat hangt er dus maar net van af wanneer je de balans opmaakt – en dat is soms ook een schreeuwerige kop waard.

← All news

Tweede Kamer heeft te weinig sympathie voor 30%-regeling 

, ,

Iedereen wil graag innovatie stimuleren, maar om dat voor elkaar te krijgen hebben we toptalent nodig. Dit toptalent beweegt zich op de internationale arbeidsmarkt en deze is, net als in Nederland, heel krap. Alle reden om ervoor te zorgen dat de overheid het aantrekken van dit talent stimuleert. Toch strookt de politieke werkelijkheid niet met deze realiteit. 

Helaas stemde het gros van de fracties in de Tweede Kamer vorige week voor het amendement van lid Omtzigt die de “30% expat”-regeling verder versobert (enkel de VVD stemde tegen, de leden Ephraim en Gundogan onthielden zich van stemming). Kijkend naar alleen de Nederlandse arbeidsmarkt klinkt het inderdaad oneerlijk, een expat die voor een Nederlands bedrijf werkt en met dezelfde functie en hetzelfde salaris netto gedurende vijf jaar meer overhoudt dan de collega die al tien jaar in Nederland inkomensbelasting afdraagt. Maar onze arbeidsmarkt is juist voor innovatieve (start-up) bedrijven een mondiale markt, wat de instemming van de Tweede Kamer wellicht een wat kortzichtige keuze maakt.  

Landen om ons heen hebben ook van dit soort regelingen of introduceren juist initiatieven die de komst van kenniswerkers stimuleert. Werknemers hebben dus volop keuze om te gaan waar zij de beste kansen hebben. Laten we voorkomen dat bedrijven hetzelfde doen en zich buiten Nederland te vestigen. Want daardoor wordt de bezuiniging van vandaag de totaal verloren inkomstenbelasting, werkgelegenheid en winstbelasting van morgen. 

Om toch voorop te blijven lopen in innovatie op gezondheid en duurzaamheid en bedrijven hier te houden en laten groeien, ligt er wat ons betreft dus een grote opdracht voor een volgend kabinet. Hoe blijven wij als land concurrerend voor het toptalent dat we nodig hebben om deze innovaties te realiseren? 

← All news

Throwback to the European Forum for Industrial Biotechnology & the Bioeconomy (EFIB) 2023 in Rotterdam 

, , ,

Last week almost 400 attendees gathered from all over the world for the European Forum for Industrial Biotechnology & the Bioeconomy (EFIB). Our managing director Annemiek Verkamman opened the conference that was taking place in Rotterdam this year. Various biotech companies (and members of hollandbio) shined on stage with inspiring talks and via interesting panels, and there were lots of opportunities for networking before and during the congress.  

We are the Netherlands  

This year’s edition of the premium partnering conference, hollandbio and topsector ChemistryNL made sure to welcome the EFIB delegates in our country. On Monday evening we organized a pre-EFIB drink in Rotterdam, bringing the delegates together already before the event started. During the conference itself, a striking orange NL booth served as a central information point for international visitors to showcase what the Netherlands has to offer including videos of various Dutch biotech companies. A sustainable handmade orange Dutch bike was raffled at the second day of the conference, generating lots of interest and attention.  

Dutch sector on stage   

On the pre-conference day during the Swift Pharma Summit hollandbio’s Wieteke Wouters delivered a convincing talk on advanced biomanufacturing for economic development by sharing light on the many chances of biotechnology for a more sustainable, healthy and prosperous future.  

During the plenary opening hollandbio’s Annemiek Verkamman opened the conference and mentioned Rotterdam to be “a fitting location, as the city’s motto ‘Don’t bullshit, just work’ (niet lullen maar poetsen) applies to biotech entrepreneurs around the world.”  

Sarah Resinger, Chief Science and Research Officer of DSM-Firmenich delivered a keynote speech during the plenary morning and ChemistryNL chair Jacqueline Vaessen explained the role of the Dutch government, which was proceeded by a lively panel discussion including Meatable Founder and CTO Daan Luining and Kevin Madden, SVP of Ginkgo Bioworks.  

In the afternoon Hille van der Kaa, COO and founder of Those Vegan Cowboys presented on novel approaches for food system innovation during the food, feed and nutrition session. Aniek van der Woude, R&D Manager at Photanol gave a presentation on bioprocesses and technologies supporting the bio-based transition, while Linda Dijkshoorn, CEO and founder of EV Biotech, spoke on sustainable finance opportunities and challenges for bio-based innovations. Adam Burja, Head of Biotechnology, Science & Research at DSM-Firmenich presented on biomanufacturing Europe’s industrial transformation.  

Wednesday afternoon hollandbio’s Rianne formally handed over the national host position to Bioeconomy for Change, the French bioeconomy network.   

Thank you and see you next year!  

We were extremely pleased with the amazing speakers and delegates and had a great time as local host partner, contributing to putting European industrial biotechnology in the spotlight and reflecting on what Europe needs to be a leader, resilient and competitive in the field. We would like to thank EuropaBio and K.I.T. Group GmbH for their amazing support in making EFIB a great success once again. We are looking forward seeing you all again November next year at EFIB 2024 in Marseille, France!

← All news

Dutch tasting events for cultivated meat and fish in the center of attention

, ,

Just before the summer, the Dutch ministries of Agriculture and Health announced that they will facilitate tasting sessions for cultivated meat and fish in a responsible and safe way, based on a Code of Practice that Meatable, Mosa Meat and hollandbio helped to materialize. As this is a first in the European Union, the news attracts a lot of attention, most recently in the European Biotechnology Magazine. In the article, hollandbio’s Timen, amongst others, elaborates on the next steps, the valuable insights and upsides tasting sessions could bring, and the implications of this Dutch initiative in a broader, European context. Check it out!

← All news

Bedrijven: zoveel meer dan een pinautomaat

,

‘Bedrijven sponsoren universiteiten en dat is goed’, zo kopt een het pleidooi van Mirjam van Praag, Marcel Levi en Ingrid Thijssen in de NRC, waarin de bestuurders een lans breken voor samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven. Het is een oproep die hollandbio aan het hart gaat, al mag er wat ons betreft nog wel een tandje bij. Zonder samenwerking geen impact. 

Het bedrijfsleven wordt nog te vaak als tegenpool van de academie gepresenteerd. Dat staat noodzakelijke en effectieve samenwerking in het innovatie-ecosysteem in de weg. Terecht en gelukkig staat ‘vrije’ wetenschap in onze maatschappij heel hoog aangeschreven. Ook bij hollandbio lobbyen we ons een slag in de rondte om te zorgen dat het EU-streefpercentage voor kennis en ontwikkeling – 3 procent van het BBP – eindelijk een feit zal zijn. En ook wij zien dat wetenschappers in toenemende mate overtuigd zijn van het belang van impact – een uitstekende ontwikkeling. Maar er mag nog wel een tandje bij. Dat begint al bij onderwijs. Nog steeds ervaren vele studenten en alumni de druk om na het behalen van een master een promotie of hoogleraarschap na te streven, als ultieme proeve van intelligentie en succes. Kies je voor een carrière buiten de academie, dan ijlt de neiging om die afslag te verdedigen vaak nog lang na – zelfs na jaren van bewezen succes. Pas wanneer een carrière in de doorontwikkeling van kennis en de vele uiteenlopende expertises die daarvoor nodig zijn net zoveel aanzien heeft als een leven lang met de neus in de boeken of het lab, kan gelijkwaardige en optimale samenwerking voor impact ontstaan.  

De eensgezinde oproep van de drie auteurs komt geen dag te vroeg, want deze gelijkwaardigheid staat juist op de tocht. Waren grote bedrijven een generatie eerder nog de parels voor een levenslang en trots dienstverband, worden ze vandaag de dag makkelijk afgeschilderd als opportunistische winstmachines zonder moreel kompas, waar als werknemer je kostje weliswaar gekocht is, maar ten koste van kennis, kwaliteit, of toch tenminste je maatschappelijke principes. Totale kul natuurlijk. Publiek, privaat, commercieel, non-profit, elke vorm heeft een functie, een kracht, en ook beperkingen. In de echte wereld zijn bedrijven broodnodig om, bouwend op een fundament van publieke en private kennis, nieuwe kennis toe te passen en producten te ontwikkelen die ten goede komen aan de samenleving. Daar komt heel wat meer bij kijken dan alleen diepe zakken.  

Laten we het ter illustratie bij onszelf houden: de biotech sector. Een sector opererend op de grens van ons weten – waarbij wetenschappelijk onderzoek weliswaar de motor is van vooruitgang, maar waar onverdunde academische kennis zonder inmenging van het bedrijfsleven zelden of nooit zijn weg zou vinden naar significante maatschappelijke impact, in de vorm van bijvoorbeeld gezondheidswinst of duurzaamheid. Het één kan domweg niet zonder het ander. Er is nog nooit een patiënt genezen van een proefschrift, maar aan de wieg van elk succesvol medicijn staan talloze wetenschappelijke publicaties. En al was de eerste petrischaal met kweekvleesburger tien jaar geleden nog geen kant-en-klare voedseltransitie, deze luidde, voortgestuwd door investeerders en bedrijven, weldegelijk een nieuw tijdperk van duurzame en diervriendelijke cellulaire landbouw in.  

Het is zonde: in het frame van academische onafhankelijkheid tegenover commerciële belangen, lijkt publiek-private samenwerking een politieke keus, die aangevallen of verdedigd dient te worden. Een noodzakelijk kwaad dat je wel of juist niet kan managen met strikte spelregels en transparantie, in plaats van als een cruciaal middel om een gewenst en gedeeld maatschappelijk doel te bereiken. Bovendien wordt een belangrijke groep over het hoofd gezien in de discussie rondom bedrijfssponsoring of publiek-private samenwerking in academische setting: de ondernemer in start- en scale-ups. Temeer omdat zij binnen hun start- of scale-up veel te druk zijn met het omzetten van kennis in impact en de vele hordes die daarvoor geslecht moeten worden, zich liefst verre houden van beleidsjargon en zich zelden mengen in het publieke debat.  

Bij hollandbio hebben we het voorrecht om dagelijks met en voor deze biotech ondernemers te werken: een even zeldzame als verfrissende hybride van nerd, pragmatist en idealist. Mensen die niet alleen meer dan slim genoeg zijn om excellente kennis te produceren en te doorgronden, maar die tevens het talent hebben om vol overgave elke kans te grijpen die zich aandient en samenwerking aan te gaan met alle benodigde leveranciers van expertise en middelen die nodig is voor impact. Elke keer weer verbazen wij ons over hun vastberadenheid, lef en, om de treffende woorden van Mirjam van Praag zelf aan te halen, beschaafde brutaliteit om de vinger op de zere plek te leggen. Juist die ondernemers kunnen elke vorm van support – publiek en privaat – gebruiken op de lange weg van lab naar praktijk. En daar zouden we bovendien allemaal heel erg duidelijk, transparant én trots op mogen zijn. 

← All news

14 miljard euro subsidie voor fossiele plastics, dat kan beter! 

, ,

Het Kabinet schat dat de Nederlandse overheid jaarlijks maar liefst 14 miljard euro aan belastingvoordeel geeft op olie die gebruikt wordt voor de productie van plastics. Dit blijkt uit een inventarisatie die het Kabinet als onderdeel van de Miljoenennota heeft uitgevoerd en die al in handen is van De Volkskrant. Wat hollandbio betreft, illustreert dit astronomische bedrag de kansen voor biotech en een duurzame toekomst – want hoe veel sneller kunnen we die van de grond krijgen op het moment dat we dat belastingvoordeel inzetten voor de productie van duurzame, biobased plastics?  

De disruptieve technologieën die niet alleen fossiele grondstoffen in veel gevallen overbodig maken, maar ook nog weinig tot geen schade toebrengen aan mens en milieu, zijn al lang ontwikkeld. Zo maakt biotechnologie het mogelijk om met behulp van micro-organismen duurzame plastics te produceren uit afval en reststromen, direct uit CO2 en zonlicht, of uit CO2 en duurzame waterstof. Aan het einde van de levenscyclus van deze producten, kun je die recyclen in nieuwe plastics of via industriële compostering (de gft-bak) omzetten in voeding voor planten. En dat alles zonder schadelijke microplastics achter te laten in het milieu. Deze nieuwe biobron is onmisbaar binnen de transitie naar een circulaire economie, of het nu gaat om de maakindustrie, kunststoffen, de bouw of om biomassa. 

De 14 miljard euro die de Nederlandse overheid jaarlijks misloopt aan vrijstellingen aan accijns op olie voor de productie van plastics, kunnen we dan ook beter en duurzamer inzetten. Want disruptieve oplossingen, zoals die uit de biotech, lopen continu tegen het ongelijke (subsidie)speelveld aan, waardoor zij de concurrentie met conventionele, fossiel-gebaseerde toepassingen minder goed aankunnen. Wat onze sector nodig heeft, is het stimuleren van verdere opschaling van de productiecapaciteit, het creëren van meer vraag in de markt via bijvoorbeeld een verplicht aandeel bioplastics in de totale productie, minder subsidies voor fossiel-gebaseerde toepassingen en stimulerende wetgeving van lab tot maatschappij en consument.