← All news

Coronapandemie vraagt om nieuwe procedure voor vergoeding geneesmiddel

Vanwege de uitzonderlijke situatie van de coronapandemie wil het Zorginstituut (ZIN) dat Paxlovid snel beschikbaar komt voor patiënten die het nodig hebben. Het is een opvallend advies, waarin ZIN een voorlopige vrijstelling voor een farmaco-economische analyse verleent voor snelle beschikbaarheid, om zo de gevolgen van een mogelijke najaarsgolf te beperken. Het advies geeft te denken: had het eigenlijk nog sneller gekund, bijvoorbeeld via een parallelle procedure? De voorlopige EMA-goedkeuring was immers al eind januari. Wanneer is een situatie dusdanig uitzonderlijk dat er van procedures afgeweken kan worden? En kunnen we in Nederland niet vaker eerst de toegankelijkheid voor patiënten regelen en pas later naar de kosten kijken gebaseerd op data uit de dagelijkse praktijk? Deze casus leert ons dat het kan, en als het aan HollandBIO ligt doen we het vaker.

← All news

Vergoeding met de Franse slag

Niet alleen in Nederland is de discussie over (snelle) vergoeding van geneesmiddelen levendig. In Frankrijk kon het ook lang duren voordat nieuwe geneesmiddelen de patiënt bereikten, maar daar hebben ze er wat op gevonden. Sinds vorig jaar kan vergoeding namelijk veel sneller geregeld worden, soms zelfs al voordat een marktvergunning is afgegeven.

In het oude systeem oordeelde HAS, het Franse Zorginstituut, op basis van de medische baten en het verschil met de standaardbehandeling of een geneesmiddel vergoed moest worden. Hoe groter de toegevoegde waarde, hoe hoger de prijs van het middel mocht zijn. De beoordeling van de toegevoegde waarde, en eventuele prijsonderhandelingen konden veel tijd in beslag nemen.  

Bij elkaar zorgde deze werkwijze ervoor dat Frankrijk onderaan de lijstjes hing als het ging om gemiddelde tijd tussen marktvergunning en vergoeding. Het was dus tijd voor verbetering, en daarbij zijn ze voortvarend te werk gegaan. Franse patiënten profiteren nu van een systeem waarbij geneesmiddelen direct na marktvergunning vergoed kunnen worden. Voor de meest innovatieve geneesmiddelen kan vergoeding zelfs al twee jaar vóór marktvergunning aangevraagd worden. Na de initiële vergoeding wordt in de praktijk data verzameld om later een definitieve beslissing te kunnen nemen. In een jaar zijn er al 40 nieuwe geneesmiddelen op deze manier vergoed.  

In Nederland wordt vaak gediscussieerd over een snellere en betere route van lab naar patiënt. Wij zeggen: neem een voorbeeld aan la douce France! 

Meer lezen over Franse vergoeding? 

https://www.has-sante.fr/jcms/p_3340090/en/early-access-authorisation-a-positive-initial-report-and-refined-assessment-methods

← All news

Great to be back at BIO-Europe

, , ,

After three very long digital years, colleagues of HollandBIO and Health~Holland were finally able to organize the Health~Holland pavilion again at BIO-Europe Leipzig! Not only did we facilitate introductions to foreign delegates about the strengths of the Dutch life sciences ecosystem, but we also created a home feeling and partnering place to the big Dutch delegation and organized a hospitality reception including our tradition to raffle a Dutch bike sponsored by Loyens & Loeff. We thank all who attended and are already looking forward to BIO-Europe Spring 2023 in Basel, Switzerland! 

https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:6990224558096015361

← All news

OVV: coronavaccinatie-aanpak schoot tekort 

,

Een harde conclusie in het tweede deelrapport van de Onderzoekraad voor de Veiligheid (OVV): de overheid heeft zich voor de corona vaccinatiecampagne te lang blindgestaard op één specifiek scenario, dat uiteindelijk niet het juiste bleek. Zowel de omvang als de complexiteit van de vaccinatieoperatie zijn onderschat, waardoor de campagne te laat op gang kwam. Ook HollandBIO legde eerder de vinger op deze zere plek, met onze oproep voor een nationaal corona-vaccinatieplan

Terwijl onze sector vele malen sneller progressie boekte dan we hadden durven hopen en meerdere vaccinregistraties naderden, liet een uitgekookt nationaal vaccinatieplan veel te lang op zich wachten. En toen het plan daar eenmaal was, bleek het lang niet ambitieus genoeg. Ook werden vragen vanuit het bedrijfsleven niet of pas rijkelijk laat beantwoord. Doordat de contacten tussen overheid en het bedrijfsleven te wensen overlieten, kon HollandBIO, en vooral ook onze leden, de vaccinontwikkelaars, onze rol in de cisis niet optimaal vervullen. Die gebrekkige publiek-private interactie is ons inziens een onderbelicht punt, waar we de OVV, als input voor het onderzoek, dan ook op gewezen hebben. 

Ten tijden van een crisis is het cruciaal om zicht te hebben op welke kennis je in huis hebt, waar eventuele blinde vlekken zitten en hoe je die kunt opvangen. Nauwer contact en samenwerking met het bedrijfsleven had de overheid in staat gesteld om vaccins eerder, sneller en met minder gedoe voor alle betrokkenen in de juiste arm te krijgen. Maar in plaats van gebruik te maken van de kennis en expertise van bedrijven die met de razendsnelle ontwikkeling en productie van diverse vaccins een prestatie van wereldrecordformaat neerzetten, bleef interactie beperkt tot het reguliere contact uit de “koude tijd”. Wat HollandBIO betreft voeren we daarom niet alleen in dichte mist, zoals premier Rutte sprak, maar ook nog eens met een blinddoek op. Welke lessen trekt de overheid hier uit? We kijken uit naar een (beleids)reactie! 

← All news

VWS-begrotingsbehandeling: discussie op geneesmiddelen loopt vast, beweging op DNA, diagnostiek en data

, , ,

Vorige week gingen VWS-ministers Kuipers en Helder en staatssecretaris Van Ooijen met de Kamer in debat over hoe we de €103 miljard van de VWS-begroting voor 2023 het beste kunnen inzetten om de grote uitdagingen in de zorg het hoofd te bieden. Een veelheid aan onderwerpen passeerden de revue, waaronder de ontwikkeling en vergoeding van geneesmiddelen en de inzet van (moleculaire) diagnostiek en data. HollandBIO zette de hoogtepunten voor je op een rij.

Ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen duurt lang, is kostbaar en risicovol

In reactie op de vragen van SP-Kamerlid Hijink naar mogelijke toekomstscenario’s voor de ontwikkeling en prijszetting van geneesmiddelen verwees minister Kuipers naar het omvangrijke internationale onderzoek naar het financiële ecosysteem van geneesmiddelenontwikkeling. Het onderzoek toont aan dat geneesmiddelenontwikkeling lang duurt, kostbaar en risicovol is. Minister Kuipers ziet dat er een uitdaging ligt om financiële belangen te verbinden aan maatschappelijke belangen. Dat vraagt om samenwerking. Kamerleden Hijink (SP) en Van den Berg (CDA) verzoeken de regering in een motie om met betrokken partijen te onderzoeken op welke wijze de overheid meer mogelijkheden kan krijgen om invloed uit te oefenen op de ontwikkeling, productie en prijsstelling van -in de ogen van de overheid- belangrijke medicijnen.

Veel discussie, weinig beweging rondom vergoeding geneesmiddelen

Vooraf, tijdens én na afloop van de VWS begrotingsbehandeling was er volop media aandacht voor ons nationale systeem van vergoeding van intramurale geneesmiddelen. Medisch specialisten, patiënten en farmaceuten deden allemaal een duit in het zakje. Wederom werd duidelijk dat ons vergoedingssysteem complex is en ongewenste vertraging in de hand werkt, maar ook dat partijen verschillend denken over mogelijke oplossingen. Zo houdt minister Kuipers vast aan bestaande systematiek en liet hij in het debat weten geen voorstander te zijn van voorlopige vergoeding van nieuwe geneesmiddelen tijdens de onderhandelingen over toelating. De motie van PVV-Kamerlid Fleur Agema die hiertoe opriep is dan ook ontraden. Waar iedereen het wél over eens is, is dat we geneesmiddelen sneller en beter bij de patiënt willen krijgen, waarbij zowel gezondheidswinst als betaalbaarheid belangrijk is. HollandBIO zet erop in dat we vroegtijdig met alle partijen in gesprek gaan, om te kijken naar onderdelen in het hele systeem waarin we kunnen snoeien en snelheid kunnen maken.

Stappen op DNA, diagnostiek en data

HollandBIO roept het al een tijdje, maar als we iedereen de juiste behandeling op juiste moment willen geven, dan moeten we zorgen dat juist technologische innovaties, zoals diagnostiek, hun weg naar de praktijk vinden. In lijn met deze boodschap riep CDA-kamerlid Van de Berg op om de voor-en nadelen van een farmacogenetisch paspoort in kaart te brengen tijdens het opstellen van een DNA-visie. En vroeg Kamerlid Den Haan om bredere inzet van moleculaire diagnostiek (whole-genome-sequencing) voor iedereen die dat nodig heeft, dus niet alleen binnen de oncologie, maar bijvoorbeeld ook voor de diagnose van zeldzame ziekten. Met deze motie verzoekt Den Haan de regering om werk te maken van een nationaal programma, waarin tevens gezamenlijke dataverzameling geregeld kan worden.

Nieuwgierig geworden naar de hele begrotingsbehandeling? De ongecorrigeerde stenogrammen van de debatten vind je hier en hier. Stemmingen over de ingediende moties volgen na het herfstreces en staan gepland voor 1 november.

Meer lezen over ontwikkeling en vergoeding van geneesmiddelen:

← All news

Biotechbedrijven worden geconfronteerd met risico’s voor de nationale veiligheid

,

In een recente analyse in opdracht van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) komen diverse risico’s naar voren voor de nationale veiligheid, met daarin ook scenario’s die biotechbedrijven nu al raken. Zo signaleren de onderzoekers een economische dreiging in het feit dat kennis en kunde van Nederlandse biotechbedrijven wegvloeien naar het buitenland. Ook hebben biotechbedrijven te maken met cyberdreiging, want de sector staat vaak in de belangstelling van buitenlandse mogendheden. Daarnaast zijn er dreigingen op het vlak van infectieziekten, waar biotechbedrijven juist hard aan oplossingen werken. Dat al deze risico’s breed erkend worden, helpt HollandBIO om samen met de overheid het ecosysteem voor de life sciences sector verder te verbeteren.

Sluipmoordenaar 

Binnen infectieziekten onderscheiden de onderzoekers uiteenlopende risico’s. Zo zijn er verschillende virussen die in Nederland of zelfs wereldwijd de veiligheid kan bedreigen (zie figuur 3 hieronder). Daarnaast is antibioticaresistentie (AMR) een sluipmoordenaar die we nauwlettend in de gaten moeten blijven houden, aldus de NCTV. HollandBIO ziet dat bedrijven daar hard aan werken, maar dat er ook veel meer nodig is dan alleen het monitoren van deze dreiging. Hoe gaan we ervoor zorgen dat ondernemers ook innovaties kunnen ontwikkelen die helpen aan het tegengaan, of liever zelfs nog voorkomen, van een nieuwe pandemie? Onze onepager geeft een eerste antwoord.   

In de themarapportage is ook veel aandacht voor technologie die helpt in monitoring en detectie, zoals Whole Genome Sequencing en preventie en behandeling (vaccins, geneesmiddelen). Innovaties van biotechbedrijven zorgen dus voor onze nationale veiligheid. Die belangrijke boodschap zal HollandBIO natuurlijk blijven uitdragen. 

Publicaties: 

https://www.nctv.nl/documenten/publicaties/2022/09/26/rijksbrede-risicoanalyse-nationale-veiligheid

https://www.nctv.nl/documenten/publicaties/2022/09/26/themarapportage-infectieziekten-2022

← All news

Ook Kuipers vindt GVS-plan Geen Verstandige Stap

, ,

In een brief laat VWS minister Kuipers de Tweede Kamer weten de omstreden modernisering van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) met een jaar uit te stellen. Met het uitstel geeft hij schoorvoetend gehoor aan de ongekend eensgezinde stortvloed aan kritiek uit het veld. Ook HollandBIO riep meermaals op om een streep door het plan te halen.

Na overleg met veldpartijen concludeert de minister dat het risico op problemen met de beschikbaarheid van geneesmiddelen groter is dan eerder gedacht. Ook geeft Kuipers de uitzonderlijke economische omstandigheden als reden: de torenhoge inflatie. Tot slot wil de minister de kritische noten uit het recente advies van het Adviescollege toetsing regeldruk zorgvuldig adresseren alvorens de herberekening door te voeren. En die tijd heeft hij zonder uitstel niet.

Mooi meegenomen is dat de taakstelling voor het GVS-plan, een besparing van 140 miljoen euro, naar verwachting al gerealiseerd wordt door bestaande beleidsmaatregelen zoals de wet maximering geneesmiddelenprijzen, zo lezen we in de brief. Met andere woorden: de onzekere en risicovolle GVS-ingreep is budgettair totaal overbodig. Daarmee beantwoordt de minister dan eindelijk HollandBIO’s fundamentele vraag of een uitgaven-beheersend instrument voor de extramurale geneesmiddelenmarkt eigenlijk wel noodzakelijk of zinvol is om de Nederlandse zorg betaalbaar te houden? Nee dus.

Kortom, HollandBIO is blij dat ook de minister tot onze conclusie komt: het GVS-plan is om een veelheid aan redenen Geen Verstandige Stap. Het komende jaar wil Kuipers gebruiken om de vele bezwaren verder te bestuderen en van oplossingen te voorzien. Wij hebben een nog veel beter idee: gooi dan plan in de prullenbak, ga terug naar de tekentafel en start met schone lei en open vizier aan een nieuwe zoektocht naar oplossingen om ervoor te zorgen dat elke patiënt kan rekenen op het beste middel op het beste moment. Wij denken graag mee.

← All news

Ervaringsdeskundige: kameleon van belangenbehartiger tot partner

Als volwaardig gesprekspartner mee kunnen doen aan geneesmiddelenonderzoek en -ontwikkeling. Dat is het doel van de EUPATI NL-opleiding voor ervaren patiëntenvertegenwoordigers. Daarin leren studenten onder meer schakelen tussen de rol van belangenbehartiger en die van partner. Want beide ‘petten’ heb je nodig voor succesvolle samenwerking met farmaceuten en onderzoekers. Wanneer ga je als belangenbehartiger de barricaden op en wanneer ben je meer een partner om op een andere manier resultaat te boeken? Daarover ging de paneldiscussie tijdens de netwerkbijeenkomst op 22 september in Utrecht.

Eindelijk, na ruim 2 jaar corona konden EUPATI-studenten en -fellows elkaar weer in levenden lijve ontmoeten. Sommigen kenden elkaar tot vandaag alleen van het beeldscherm.

EUPATI on Tour
Met ‘EUPATI on Tour’ organiseert PGOsupport, als uitvoerder van de EUPATI NL-opleiding, een serie netwerkbijeenkomsten voor alle partners binnen het geneesmiddelenveld in Nederland. Naast fellows en studenten, waren daarom ook EUPATI-partners aanwezig.

De paneldiscussie van deze bijeenkomst werd, als onderdeel van het PGOsupport  congresprogramma, tegelijkertijd online uitgezonden als inspiratiesessie. Zodoende namen naast de 28 aanwezigen ook nog eens ruim 60 geïnteresseerden deel via het beeldscherm. In dit artikel komen enkele highlights uit het programma aan bod. De volledige sessie is online terug te zien.

Bijsluiter netwerkmedicijn
Bij binnenkomst is meteen duidelijk dat het hier over medicijnontwikkeling gaat. Voor iedere gast staat een fikse medicijndoos klaar. Zonder pillen of poeders natuurlijk, maar wel met enkele versnaperingen. Uiteraard zit er ook een bijsluiter bij. Helemaal in bijsluiterstijl legt die uit hoe het netwerken werkt, met verklaring van de iconen op ieders badge. Zo zie je in 1 oogopslag wie je gesprekpartner is. De sfeer zit er goed in, gesprekken komen direct op gang.

Panel
Onder leiding van Dries Hettinga, directeur-bestuurder van PGOsupport, gaat de paneldiscussie van start over de rollen van patiëntenvertegenwoordigers bij de ontwikkelingen in zorg, welzijn en gezondheidsonderzoek. Panelleden zijn de ervaren patiëntenvertegenwoordigers Barbara Sneller (ervaringsdeskundige, critical friend), Wim Altena (patient advocate, EUPATI-fellow), Dominique Hamerlijnck (patient expert, EUPATI Europe fellow) en onderzoeker Reumatologie en klinische immunologie Safae Hamkour.

Welbegrepen eigenbelang
Van belangenbehartiger tot partner. Het zijn uitersten in de rol die je als patiëntenvertegenwoordiger kunt aannemen. Soms is het nodig om de barricaden op te gaan, in andere gevallen is er eerder sprake van een heus partnership met artsen, onderzoekers, zorgverleners en beleidsmakers.
Wim Altena gaat daarbij altijd uit van ‘welbegrepen eigenbelang’. Met deze oorspronkelijke economie-term bedoelt hij dat het niet alleen gaat om wat je zelf wilt bereiken. Heb ook oog voor het belang van de ander.

“Soms is het belang van een ander makkelijk in te willigen, doe dat dan ook. Het gaat erom met elkaar tot een gezamenlijk ideaal te komen. Om dat te kunnen, moet je al wel wat verder zijn in de samenwerking.”

Patiëntperspectief brengt je tot andere inzichten
Onderzoeker Safae Hamkour heeft zo’n innige samenwerking met een patiëntenvertegenwoordiger. Zij volgt zelfs samen met haar patiënt partner een DUO-intervisie om die samenwerking nog beter vorm te geven. Dat is een begeleidingstraject waaraan een onderzoeker en patiënt partner samen deelnemen. Het verstevigt de samenwerking en voorkomt misverstanden. Wat verwacht zij van een patiënt partner?

“Het is heel belangrijk om al voordat je onderzoek start, de belangen van de patiënt te kennen om tot zo’n gezamenlijk ideaal te komen. Als artsen en onderzoekers denken wij al snel dat het geweldig zou zijn als bijvoorbeeld de ziekteactiviteit afneemt. Maar is de patiënt daar echt mee geholpen? Dat weet je pas als je de patiënt betrekt. En dan kun je tot heel andere inzichten komen.”

De kunst van het switchen
Barbara Sneller meent dat je snel moet kunnen switchen van rol. Dat merkte zij in gesprek met een heel team van de pijnpoli aan wie zij het belang van ervaringsdeskundigheid probeerde uit te leggen. De informatiebehoefte bij de zorgverleners bleek anders. Zij waren meer geïnteresseerd in hoe patiënten dachten over een specifieke behandelmethode. “Toen begreep ik dat ik snel moest schakelen. Ik moest het niet langer hebben over het belang van deze training participatie, maar inspelen op hun directe vraag.”

Bouw aan relatienetwerk
Wim Altena herkent dat bij zijn inspanningen om een medicijn beschikbaar te krijgen voor zijn achterban. “In het begin stel je je op als echte belangenbehartiger. Je wilt iets voor elkaar krijgen. Al snel ontdek je dat je met puur eigenbelang niet veel bereikt. Zo zie je de farmaceutische industrie en het Zorginstituut in het begin misschien als je tegenstrevers, maar uiteindelijk blijkt dat je juist samen veel meer kunt bereiken. Dat is een leerproces. Belangrijk is om een goed relatienetwerk op te bouwen. Doe dat vooral als er nog geen spanningen zijn, daar heb je op het moment dat die er wel komen veel profijt van.”

Ervaringskennis is uniek
Dominique Hamerlijnck ervaart dat de rollen van belangenbehartiger en samenwerkingspartner voortdurend door elkaar lopen. Het belangrijkste is dat alleen ervaringsdeskundigen echt weten wat het is om 24 uur per dag met de aandoening om te gaan. “Dat is unieke kennis. Die is heel waardevol en die hebben medicijnontwikkelaars, onderzoekers en zorgprofessionals gewoon nodig om hun werk te kunnen doen. Wij kunnen die kennis bieden.”

Wat vraagt het van de patiëntenvertegenwoordiger?
Volgens Barbara Sneller is het belangrijk dat patiëntenvertegenwoordigers ook kunnen switchen tussen de puur eigen ervaring en die van de achterban. “Een emotioneel individueel verhaal kan bij de samenwerkingspartner een snaar raken. Emotie zorgt ook dat iemand informatie onthoudt. Maar het is wel van belang om de grootst gemene deler naar voren te brengen. Een individueel verhaal is niet voldoende, het gaat om de ervaring van de hele groep.”

Patiënt of ervaringsdeskundige
Maakt het nog uit voor de samenwerkingsrelatie of je de term patiënt of ervaringsdeskundige gebruikt?
Voor onderzoeker Safae maakt het persoonlijk niet uit. Maar voor sommige van haar collega’s misschien wel. Die kunnen ook een zorgrelatie met een patiënt partner hebben, en dan is het volgens haar beter dat de partner zich ervaringsdeskundige noemt en niet patiënt.
Ook Dominique ziet zichzelf eerder als ervaringsdeskundige. “Als patiënt voel ik me klein in de samenwerking. Ik ben meer dan mijn aandoening. Ik heb deskundigheid op het hele leven met de aandoening. Dat is net zo goed een deskundigheid als die van een arts of een onderzoeker. De Engelse term patient expert vind ik daarom passender, klinkt gelijkwaardiger.”

Dries Hettinga: “Als je het ziet als deskundigheid, kun je dan ook beter switchen tussen belangenbehartiger en partner?” Dominique: “Ja, ik denk dat je dat goed zegt.”

Soms een gestrekt been
De term belangenbehartiger heeft iets strijdbaars, terwijl patiënt partner de samenwerking benadrukt. Bestaat dat onderscheid in de praktijk?
“Ook als belangenbehartiger ga je er doorgaans niet met een gestrekt been in”, vervolgt Dominique, “maar soms is het wel nodig. Natuurlijk benader je de ander altijd respectvol, in de verwachting dat je respect terugkrijgt. We moeten het tenslotte samen doen. Maar soms moet je zeggen: dit gaat niet gebeuren. Wat niet wil zeggen dat het ook lukt.”
Een mooie aanvulling komt uit de zaal: “Ik zeg altijd: wij weten hoe het voelt, jullie weten hoe het werkt. Je vult elkaar aan.”

Niet voor iedereen weggelegd
Kan iedereen patiëntenvertegenwoordiger zijn is de vervolgvraag. Wim Altena: “Nee, niet iedereen kan dat. Individuele patiënten hebben soms echt onrealistische eisen of wensen. Als je daar de boer mee opgaat, realiseer je je eigen mislukking. Dus blijf realistisch in wat je wilt bereiken.”

Ervaringsdeskundigheid basis voor elke rol
Het komt dan ook meerdere keren naar voren tijdens de discussie: het verschil tussen ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid. Ervaringskennis heeft iedereen die een aandoening heeft, maar ervaringsdeskundigheid is de doorleefde ervaring, met voldoende afstand om ook de achterban te kunnen vertegenwoordigen.

En daarmee vat Dries de middag samen: “Ervaringsdeskundigheid is de basis om de verschillende rollen van belangenbehartiger tot samenwerkingspartner te kunnen vervullen. De ene keer past het om er wat steviger in te gaan en de andere keer om meer als partner samen te werken.
Hoe dan ook moet de relatie goed zijn, dan kun je ook de moeilijke gesprekken met elkaar voeren. Bij een goede relatie maakt het misschien niet zoveel uit of je dat als belangenbehartiger doet of meer als partner.”

Napraten tijdens de borrel
En dan start een wezenlijk onderdeel van de middag: de netwerkborrel. EUPATI NL is niet alleen een opleiding, maar ook een stevig netwerk. Mooi om te zien hoe op deze middag theorie en praktijk direct samenvallen. Studenten, fellows en partners uit het EUPATI-netwerk ontmoeten elkaar en wisselen uit. Agenda’s worden getrokken en afspraken gemaakt. Fijn om eindelijk weer eens fysiek samen te komen. Waarbij Dries tot slot meldt dat stakeholders, ook buiten de EUPATI-partners, de toegevoegde waarde van goed-opgeleide patiëntenvertegenwoordigers onderschrijven. “We zien dat de opleiding bijdraagt aan de participatie van ervaringsdeskundigen en steeds meer draagvlak krijgt. Daarmee verwachten we EUPATI NL nog verder te laten groeien, zowel in de diepte als in de breedte. Proost op een geslaagde middag.”  

← All news

Dierendag: proeven zonder dieren

, , ,

Het is vandaag dierendag, een mooie gelegenheid om de aandacht te vestigen op technologische innovaties die dierproeven verminderen. Met deze innovaties kunnen we ook zorgen dat de nieuwe geneesmiddelen en vaccins sneller en beter worden ontwikkeld. Een klassieke win-win situatie dus!

Biotechbedrijven ontwikkelen voortdurend nieuwe technologieën die – zonder dierproeven te gebruiken – steeds meer inzicht geven in hoe de mens werkt. Denk bijvoorbeeld aan organoids, organs-on-a-chip of 3d-celkweek. We slagen er echter nog niet goed genoeg in om deze ontwikkelingen ten volle te benutten – en dat is zonde! Zonde van de proefdieren, en van de investeringen en het werk in deze nieuwe technologieën. Toxicologische studies kunnen bijvoorbeeld vervangen worden door proefdiervrije alternatieven, en zo zijn er meer voorbeelden van innovaties die kunnen bijdragen aan het verminderen van dierproeven. Op zoek naar inspiratie? In deze publicatie lichten we een aantal koplopers uit in de transitie naar proefdiervrije innovaties. Proeven zonder dieren – zo kan innovatie dus ook!

← All news

Secundair gebruik maakt data-dans tot feestnummer 

, ,

Het is al jaren een breed gedragen wens om zorgdata beter te ontsluiten: via een Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO) krijgen burgers immers inzicht in hun eigen gezondheidsgegevens, voor zorgpersoneel scheelt het administratieve lasten en -als we het hergebruik van data goed regelen- geven we ook onderzoek en innovatie een enorme boost. Een lerend zorgsysteem is binnen handbereik, ziet ook HollandBIO: in aanloop naar het debat in de Tweede Kamer over de Wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg en het Commissiedebat gegevensuitwisseling in de zorg riepen we dan ook op tot de benodigde investeringen om van data een nutsvoorziening te maken.

Nergens is “twee stappen vooruit, één stap terug” zo tastbaar als op het dossier gegevensuitwisseling in de zorg. De stip op de horizon is al jaren helder, de hordes zijn in kaart gebracht, er is een routekaart vormgegeven en er zijn zelfs al slimmere oplossingen voor de praktijk uitgedacht. Neem onder andere het verbreken van het taboe rond de AVG-wetgeving, het creëren van een opt-out voor het delen van data en de inzet van gefedereerd leren, waarbij data bij de bron blijft, in plaats van opgeslagen wordt in één centraal domein…En tóch breken al jaren ons hoofd over de benodigde regels, wetten, financiering en benodigde (uitvoerende) instanties. Tijdens de recente debatten over gegevensuitwisseling leidde dit wederom tot de volgende rituele dans: 

  1. We vinden allemaal dat data gemakkelijker ontsloten moet worden én wel liever gisteren dan vandaag. 
  1. We herkauwen de uitdagingen die er liggen rond onder andere privacy, technologie en werkprocessen, raken verzand in details en verliezen het grote plaatje uit het oog. 
  1. We komen tot een aantal goedbedoelde suggesties om bepaalde –god forbid al dan niet nieuwe– initiatieven, projecten of trajecten te ondersteunen – vaak vanuit een nauwe scope en het liefst met een flinke zak geld. 

Het gevolg? Een wildgroei aan allerlei initiatieven die elk vanuit eigen perspectief met een legitiem doel een steentje bij proberen te dragen. Het geheel is hier echter minder dan de som der delen, en daarmee is van data als nutsvoorziening nog lang geen sprake. Zodra de pot met geld op is of we iets voor een andere aandoening of een andere post in de zorg willen realiseren, herhaalt het hele circus zich. 

Een structurele oplossing voor gegevensuitwisseling in de zorg is broodnodig: de Wet elektronische gegevensuitwisseling (Wegiz) die net door de Tweede Kamer is aangenomen, is weliswaar een stap in de goede richting maar met een beperkte scope. De Wegiz moet vooral mogelijk maken dat data kan stromen tussen zorgverleners, maar regelt expliciet niet de toestemming voor het delen van die data of eventueel hergebruik. Gelukkig zwelt daarnaast de roep om data-uitwisseling, een data-infrastructuur en data als nutsvoorziening steeds verder aan: riep de expertcommissie Regie op Registers al eerder op tot centrale regie op het zorginformatielandschap, ook het Amsterdam UMC concludeerde recent -nota bene in opdracht van VWS- dat VWS een nationale strategie voor data uitwisseling moet ontwikkelen. Voor data als nutsvoorziening, en afspraken over hergebruik, iets waar de European Health Data Space ook in wil voorzien, duurt de bovengenoemde tango ongetwijfeld nog even voort.  

Toch ziet HollandBIO het rooskleurig in. Uit de Prinsjesdagstukken en het Integraal Zorgakkoord blijkt immers dat er beweging zit in het dossier gegevensuitwisseling in de zorg. Daarbij gaat het niet uitsluitend om gegevensuitwisseling in het primair proces: de minister wil ook expliciet met het veld in gesprek over hergebruik van gegevens. In deze beleidsbrief over de middelen uit het Coalitieakkoord voor gegevensuitwisseling kondigt hij ook aan dat er aan een meerjarig beleidsplan wordt gewerkt. HollandBIO pleit daarom voor een nationale gezondheidsdata-infrastructuur als landelijke nutsvoorziening, die het registreren, uitwisselen en benutten van zorgdata voor publieke én private partijen, conform breed gedragen criteria en randvoorwaarden, mogelijk maakt. Die nationale gezondheidsdata infrastructuur zal ons gezondheidsecosysteem op vele fronten versterken. Ze kan bijdragen aan: 

  1. Continue verbetering van passende zorg.  
  1. Het stimuleren, versnellen en verbeteren van onderzoek en innovatie.  
  1. Verminderen van administratieve en financiële lasten van regulatoire vereisten voor de ontwikkeling van nieuwe producten.  
  1. Een naadloze uitwisseling tussen productonderzoek en zorgpraktijk.  

Hoe? Dat lichten we in onze position paper verder toe. 

Het is wat ons betreft cruciaal om op een hoog niveau randvoorwaarden en afspraken te maken die ervoor zorgen dat we de goede kant op blijven bewegen. Net zoals we in het verleden afspraken hebben gemaakt over het afspelen van audio- of video-files op verschillende apparatuur zijn er nu ook afspraken nodig voor een data-infrastructuur. Om de cirkel rond te maken: zonder audio-player, zonder muziek en zonder toestemming van de verschillende danspartners loopt de eerder genoemde tango geheid niet zo soepel. En willen we er écht een feest van maken, polonaise inclusief, dan moet ook het hergebruik van data op orde zijn. Want daar zijn de patiënt, de zorgverlener, wetenschapper én innovator mee geholpen.