← All news

Problemen werden mogelijkheden tijdens het Challenge the Status Quo-event 

, , ,

Afgelopen donderdag stond voor HollandBIO in het teken van verandering en transities. Tijdens de allereerste editie van het Challenge the Status Quo-event bouwden we samen aan de ideale toekomst van geneesmiddelontwikkeling. Op de inspirerende ‘speelplaats’ van De Utrechtse Stadsvrijheid daagden we deelnemers uit buiten de begaande paden te denken en op een compleet andere manier naar problemen te kijken. We kijken terug op een dag vol inspiratie, ideeën, optimisme en verbinding. 

HollandBIO’s Annemiek trapte de dag af met een warm welkom, waarna Omdenken het podium betrad en de zaal werkelijk op zijn kop zette. Chris King Perryman en David Mangene lieten zien hoe je problemen kunt omdenken in mogelijkheden: door de werkelijkheid te accepteren en te onderzoeken wat voor nieuws je ermee zou kunnen, opent er een wereld aan mogelijkheden – een inspirerende manier van denken en doen, die nog meerdere keren van pas kwam tijdens de rest van de middag. 

Als kersverse ‘omdenkers’ gingen de deelnemers vervolgens door naar twee boeiende break-outrondes, waarin ze kennis konden maken met zowel de ins en outs van systeemtransformaties, als de hard en soft skills die nodig zijn om verandering daadwerkelijk teweeg te brengen: 

Vuistregels voor goede participatie: Merlijn van Hulst en Martine de Jong zwengelden een discussie aan met een aantal prikkelende stellingen waar je als ‘grenswerker’ tegenaan kunt lopen: een initiatief doorzetten zonder draagvlak, of economische belangen zwaarder laten wegen dan maatschappelijke belangen, mag dat? Het waren geen simpele JA/NEE-vragen… Gelukkig presenteerde het duo zestien houvast-biedende vuistregels voor het vormgeven van participatieprocessen.
De sluier van onwetendheid: Tijdens dit gedachtenexperiment onder leiding van filosofen Beatrijs Haverkamp en Léon Stoker ontstond een boeiende discussie over rechtvaardigheid binnen het geneesmiddelontwikkelsysteem. Hoe ziet zo’n systeem eruit als je niet weet welke belanghebbende jij vertegenwoordigt?
De potentie van data: Geraldine Vink en Rita Azevedo gingen met de zaal in gesprek over de potentie en (on)mogelijkheden van datagebruik voor geneesmiddelenontwikkeling. Daarbij boden hun inzichten en ervaringen vanuit het PLCRC, Health-RI en Oncode-Pact de nodige houvast en aanknopingspunten tot discussie. Na afloop liepen de deelnemers met een zelfgeformuleerde microactie de deur uit, want ook met vele kleine stapjes belanden we uiteindelijk bij de volle potentie van datagebruik.
AI meets biotech: Experts van TNO, Landscape AI en Euretos deelden hun visie over kunstmatige intelligentie (AI) in korte presentaties, waarna een open gesprek met het publiek tot een interessante paneldiscussie leidde. “Met AI kan een computer zien wat de mens niet kan.”
Sneller, beter, slimmer: FAST organiseerde een heuse hordeloop-estafetterace, waarbij ze samen met deelnemers in recordtempo de hindernissen van geneesmiddelontwikkeling in kaart brachten en prioriteerden. De eindsprint bracht oplossingen: van minder proefdieren en fast failure, tot meer technologische innovaties en optimaal gebruik van gezondheidsdata. De winnaar? Een lerend zorgsysteem! 
Proefdiervrije innovatie: ZonMw en Stichting Proefdiervrij haalden input op over de kansen en uitdagingen van publiek-private samenwerkingen in de transitie richting proefdiervrije innovatie.
De patiënt centraal bij therapieontwikkeling: Samen met NCSF en ReumaNederland gingen we in Lagerhuisdebat over patiëntenparticipatie. “Het is voor onderzoekers heel belangrijk om opgeleid te worden in het samenwerken met ervaringsdeskundigen: de patiënten.” 
How to captivate your audience: Martijn Wapenaar deelde een effectief achtstappenplan voor het maken van een presentatie die écht blijft hangen. Bottomline: “Duik in het hoofd van je publiek en vraag je af: wat wil ik bij hen veranderen, en waarom?” 

Universitair hoofddocent Innovatie & Life Sciences Dr. Wouter Boon rondde de dag plenair af met een snelcursus transitiemanagement. Hij introduceerde de belangrijkste concepten van systeemtransformaties en illustreerde aan de hand van cases hoe die van toepassing zijn in de life sciences. “Radicale transities liggen op de loer, maar hoe zorgen we dat die veilig en op tijd de maatschappij bereiken?”, vroeg hij zich hardop af. “Hoe geven we genoeg ruimte aan de innovatieve technologieën die de wereld (kunnen) veranderen?”

Opgedane inzichten en gedachten van de dag werden gedeeld tijdens de afsluitende borrel. HollandBIO is dolblij met hoe de aanwezigen met de uitdagingen zijn omgesprongen. Graag danken we alle deelnemers, sprekers en sessieleiders voor hun enthousiaste bijdrages en aanwezigheid. Tot de volgende keer! 

← All news

Meer mogelijkheden voor teelt en verwerking medicinale cannabis 

, ,

In een Kamerbrief gaat VWS-minister Kuipers in op de beleidsstappen die hij aankondigt rond medicinale cannabis. De minister schrapt de productiecapaciteit en de exportbeperkingen en maakt daarnaast ontheffingen voor activiteiten met medicinale cannabis voor onderzoek en geneesmiddelenontwikkeling en -productie gemakkelijker. HollandBIO is blij met de positieve toon in de brief ten aanzien van de potentie van medicinale cannabis en de rol van kennisinstellingen en bedrijven die hiermee bezig zijn en kijkt vooruit naar de uitvoering van de beleidsstappen.

Met de beleidsaanpassingen wil Kuipers de sector verder brengen. Op die manier kunnen patiënten in Nederland (en daarbuiten) beter worden geholpen, kunnen innovatie, onderzoek en productontwikkeling nog verder worden aangejaagd en wordt de internationale keten van medicinale cannabis versterkt. 

Gesloten keten blijft hetzelfde; exportplafond en productiebeperking verdwijnen 

De productie- en leveringsketen van medicinale cannabis voor patiënten via apotheken en groothandels in binnen- en buitenland, ook wel ‘de gesloten keten’ genoemd, blijft ongewijzigd. Het Bureau voor Medicinale Cannabis (BMC) blijft binnen die gesloten keten verantwoordelijk voor de leveringen van medicinale cannabis via partijen die zij daarvoor heeft aanbesteed. Tegelijkertijd verdwijnen het exportplafond en de beperkingen op de productie van de aanbestede teler , waardoor sprake is van vooruitgang.   

Meer ruimte voor onderzoek, ontwikkeling en productie geneesmiddelen 

Het bevorderen van (internationale) activiteiten en handel met medicinale cannabis jaagt volgens minister Kuipers wetenschappelijk onderzoek en geneesmiddelenontwikkeling en -productie aan. Hij wil daarom dat partijen die buiten ‘de gesloten keten’ vallen, eenvoudiger een opiumontheffing kunnen krijgen. Dat kunnen partijen zijn die actief zijn rond de teelt, bewerking of verhandeling van medicinale cannabis en een aantoonbare bijdrage leveren aan wetenschappelijk onderzoek naar de geneeskundige toepassing van cannabis en geneesmiddelproductie. Zij moeten met een door BMC verleende ontheffing hun producten kunnen verhandelen aan andere partijen in de keten, ook als deze zich in het buitenland bevinden. 

De weg vooruit: uitvoering beleidsstappen en aanpassing Opiumwet 

Nederland heeft zich de afgelopen 20 jaar internationaal op de kaart gezet als een land dat op een verantwoorde manier ruimte weet te geven aan het gebruik van medicinale cannabis. We staan wereldwijd bekend om medicinale cannabis van hoogstaande kwaliteit. Met de nu aangekondigde beleidsstappen geeft de minister meer ruimte aan wetenschappelijk onderzoek en productontwikkeling, het aanjagen van internationale samenwerking en kennis- en expertise-uitwisseling en het nog beter bedienen van patiënten. En daar blijft het niet bij, want in de ogen van de minister vormen de beleidsaanpassingen een opstap naar een wijziging van de Opiumwet die aan verdere verbetering bij moet dragen. 

← All news

Intensievere samenwerking ACM, NZa en ZINL voor meer grip op dure geneesmiddelen

,

De Autoriteit Markt en Consument (ACM), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het Zorginstituut Nederland (ZINL) gaan – naar aanleiding van de oproep in de aangenomen motie van PvdA-Kamerlid Attje Kuiken – intensiever samenwerken om meer grip te krijgen op geneesmiddelenprijzen en -uitgaven. Hiervoor hebben zij een gezamenlijke werkagenda opgesteld, die erop gericht is om te komen tot een maatschappelijk gedragen kader voor geneesmiddelenprijzen en het versterken van concurrentie. Uitvoering van de werkagenda is in samenwerking met VWS en moet over een jaar leiden tot een breed beleidsadvies met maatregelen die kunnen bijdragen aan aanvaardbare geneesmiddelenprijzen en -uitgaven. 

HollandBIO ziet in deze werkagenda het zoveelste initiatief dat een oplossing moet bieden aan de worsteling tussen winst en gezondheidswinst. Alleen volgens ons kan het één niet zonder het ander, zoals we recent ook uitvoerig beschreven. In hoeverre zal een nieuw maatschappelijk kader voor het vaststellen van een maatschappelijk verantwoorde prijs voor een geneesmiddel ervoor zorgen dat ons nationale vergoedingslandschap naast goedkoper ook sneller en beter wordt? Is er sprake van een win-win? Of werpen we hiermee slechts een nieuwe horde op om kosten te besparen, waarmee de kans dat een geneesmiddel de patiënt ooit bereikt juist kleiner wordt, waarop de producent zich gedwongen ziet de prijs te verhogen, waarop meer maatregelen volgen. We zeiden het eerder en we zeggen het weer: oplossingen die daadwerkelijk het gewenste resultaat opleveren, zijn maatregelen die de route van lab naar patiënt versnellen en verbeteren. Dat vergt – naast een systeemtransitie – vertrouwen en respect voor ieders onmisbare rol in succes, inclusief drijfveren en randvoorwaarden.

Meedenken over hoe zo’n systeemtransitie eruit zou kunnen zien? Kom op 16 maart naar de eerste editie van ons Challenge the Status Quo-event.

← All news

De prijs van innovatie: tel uit je (gezondheids)winst!

, , , ,

Geneesmiddelen en winst – het is en blijft een thema dat garant staat voor hoogoplopende gemoederen. De afgelopen weken was het niet anders. Twee ngo’s hekelden de prijsstelling van twee van de meest succesvolle biotech interventies ooit: een ontstekingsremmer van AbbVie tegen heftige auto-immuunziektes zoals reuma en de coronavaccins van Pfizer/BioNTech en Moderna. Helaas spraken zowel SOMO als de Stichting Farma ter Verantwoording slechts schande van het – inderdaad – ongeëvenaarde commerciële succes van de producten, maar lieten ze de eveneens ongeëvenaarde gerealiseerde gezondheidswinst onbenoemd. En dat terwijl in de geneesmiddelensector het één nooit zonder het ander kan bestaan.  

Zonder patiënt geen rendement, zo schreven we eerder naar aanleiding van het onderzoek naar het financiële ecosysteem van geneesmiddelenontwikkeling, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS. De hoofdconclusie: geneesmiddelenontwikkeling duurt lang, kost veel geld, is risicovol en vergt samenspel van vele partijen. Zo’n enorme uitdaging ga je natuurlijk alleen aan wanneer je ervan overtuigd bent dat je uitvinding die moeite waard is: dat je er op een dag daadwerkelijk patiënten mee kan helpen. Gezondheidswinst is de drijfveer, financieel rendement een essentiële randvoorwaarde (en zeker geen pijnlijke openbaring, minister Kuipers, laten we elkaar hierin niet verliezen).  

Voor de producent volgt financieel rendement enkel wanneer de maatschappij bereid is om te betalen voor de aanschaf van het eindproduct, doorgaans via het verzekerde pakket. Om dat te bepalen gaat Nederland bepaald niet over één nacht ijs, getuige onze analyse van het vergoedingslandschap en de bijbehorende oplopende doorlooptijden. Bottom line: geneesmiddelen moeten aantoonbaar kosteneffectief zijn willen we als maatschappij de rekening betalen. Met andere woorden: de – bewezen! – gezondheidswinst moet in verhouding zijn met de prijs. De producten die nu door de ngo’s op de korrel worden genomen, hebben die toets glansrijk doorstaan. De covid-vaccins hebben letterlijk de wereld van het slot gehaald. En de ontstekingsremmer heeft patiënten over de hele wereld hun leven teruggegeven en een kentering gerealiseerd in de zorg voor patiënten met een veelheid aan ontstekingsziekten. Het behandelarsenaal groeide snel: in het succesvolle kielzog traden diverse vergelijkbare medicijnen toe tot het pakket. En het mooiste: inmiddels is het geneesmiddel uit patent en betalen we nog slechts een fractie van de initiële prijs – terwijl de geleverde gezondheidswinst tot in de lengte der dagen onverminderd groot is. Een goeie deal, al met al.  

Is er dan niets aan de hand? Geen wolkje aan de lucht? Tuurlijk niet. In de zorg (en elders) wemelt het van conflicterende (deel)belangen. Laten we die olifant in de kamer dan ook gewoon benoemen. Het vinden van balans is in het huidige zorgsysteem zelfs de enige weg naar succes. 

Enerzijds is er het spanningsveld rondom de prijsstelling tussen producent en klant. Een bedrijf wil na het succesvol afleggen van die ellenlange, risicovolle en kostbare ontwikkelroute natuurlijk zo veel mogelijk geld verdienen, ter compensatie van mislukkingen, om bedrijfslasten te dragen, om continuïteit te waarborgen, om aandeelhouders tevreden te stellen, om vervolgfinanciers aan te trekken en om te investeren in onderzoek en ontwikkeling etc. etc.. De “klant”, in dit geval de overheid en zorgverzekeraars namens de premiebetaler, maar ook de ziekenhuizen, willen juist zo min mogelijk geld uitgeven aan geneesmiddelen. Ons hele vergoedingslandschap is ingericht om de balans te vinden tussen gezondheid en betaalbaarheid – al moet de lat in de praktijk meestal lager. Vinden we die balans niet, dan zijn er enkel verliezers te betreuren: zowel patiënt als bedrijf. 

Anderzijds is er het hete hangijzer van winst. Het moge duidelijk zijn dat het voor bedrijven noodzakelijk is om meer geld te verdienen dan strikt noodzakelijk is om het medicijn te produceren – om winst te maken dus. Het is immers hoogst onzeker of investeringen wel renderen en er staat veel op het spel. Soms groeien de bomen tot in de hemel, vaak is het roeien met de riemen die je hebt. Bij multinationals volgen na een tegenvaller ontslagrondes en reorganisaties om alsnog goede cijfers te realiseren. Bij kleinere bedrijven, die vet op de botten en de luxe van risicospreiding ontberen, volgt niet zelden een vijandige overname, sluiting of faillissement. De ophef ontstaat echter alleen bij de hoge bomen, en altijd achteraf, als succes een feit is. Begrijpelijk, maar ook wat makkelijk; risico en waarde zijn in biotech immers omgekeerd evenredig. Als we van te voren zouden weten welk product een doorslaand succes wordt, hoefde succes niet zo vorstelijk beloond te worden om de return on investment van de sector te redden. 

Door al die spanningen over en weer zijn we in een wapenwedloop beland. De betaler werpt steeds meer drempels op om kosten te besparen, waarmee de kans dat een geneesmiddel de patiënt ooit bereikt slinkt en slinkt…, waarop de producent zich gedwongen ziet de prijs te verhogen, waarop meer maatregelen volgen. We zeiden het eerder en we zeggen het weer: oplossingen die daadwerkelijk het gewenste resultaat opleveren, zijn maatregelen die de route van lab naar patiënt versnellen en verbeteren. Dat vergt – naast een systeemtransitie – vertrouwen en respect voor ieders onmisbare rol in succes, inclusief drijfveren en randvoorwaarden. 

Intussen maakt de queeste naar wat al dan niet maatschappelijk, gewetenloos of zelfs illegaal is, de tongen los. Van schreeuwerige chocoladeletters en ingebakken wantrouwen, tot relativering en bespiegeling. De juristen van de Stichting Farma ter Verantwoording stappen voor het antwoord naar de rechter. Al valt te betwijfelen of die stap uitsluitsel geeft – laat staan meer betaalbare gezondheidswinst – we kijken belangstellend uit naar het verdict.  

Ligt geneesmiddelontwikkeling jou na aan het hart? Denk mee over hoe het sneller en beter kan tijdens het Challenge the Status Quo-event op donderdag 16 maart. 

← All news

Nieuwe geneesmiddelen bereiken ziekenhuispatiënt steeds moeilijker 

, ,

Hoe graag we ook beter nieuws zouden willen brengen, we zien ook dit jaar dat het nog langer duurt voordat nieuwe middelen vergoed en wel in het ziekenhuis terechtkomen. De toegankelijkheid van nieuwe geneesmiddelen in het ziekenhuis staat daarmee verder onder druk. HollandBIO onderzoekt jaarlijks hoe het gesteld is met de toegankelijkheid van nieuwe intramurale geneesmiddelen in Nederland. Net als vorig jaar blijkt dat het vergoedingslandschap complex is en dat deze doorlooptijden over de hele linie bovendien nog meer toenemen.

Het duurt steeds langer voordat ziekenhuispatiënten over de nieuwste geneesmiddelen kunnen beschikken. Over de hele linie is hun wachttijd in vier jaar nagenoeg verdubbeld. Dat blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van HollandBIO naar één van de belangrijke stappen tussen markttoelating en vergoeding: het toekennen van een declaratietitel, de zogenoemde add-onprestatie. Slechts 18 geneesmiddelen kregen tussen 2018 en 2022 binnen 100 dagen een declaratietitel toegekend. In 2022 was deze prestatie voor slechts één middel weggelegd. Ook is er een duidelijke opwaartse trend te zien in de doorlooptijd van EMA-registratie tot het moment waarop een add-on werd toegekend. Waar de mediane doorlooptijd in 2018 nog 136 dagen was, telde die in 2022 maar liefst 263 dagen – nagenoeg een verdubbeling dus. Zonder add-onprestatie kunnen zorgverleners geneesmiddelen niet declareren bij de zorgverzekeraar en is er geen toegang voor de patiënt. In theorie kan een zorgverlener het geneesmiddel via een individuele aanvraag declareren bij de zorgverzekeraar. In de praktijk betekent dit echter dat middelen nog niet worden voorgeschreven, omdat voor iedere patiënt apart een aanvraag moet worden ingediend.  

Doorlooptijd neemt toe bij alle soorten geneesmiddelen 

Een diepere blik op de data leert dat doorlooptijden over de hele linie steeds langer worden. Korte doorlooptijden lijken voorbehouden aan middelen die geen sluis-, wees-, voorwaardelijk of versneld “label” hebben, maar ook hier zien we de doorlooptijden oplopen. Waar in eerdere versies van dit onderzoek de mediane doorlooptijd voor deze groep nog onder de 100 dagen viel, is die nu opgelopen tot 134 dagen. De mediane doorlooptijd voor weesgeneesmiddelen, geneesmiddelen die in de sluis hebben gezeten, of die een voorwaardelijke of versnelde marktvergunningsprocedure bij de EMA hebben doorlopen is voor elk van deze groepen langer dan 300 dagen. Dat betekent dat in veel gevallen een jaar na registratie nieuwe intramurale geneesmiddelen nog steeds geen vergoeding hebben in Nederland. Voor ATMP’s is de mediane doorlooptijd zelfs 457 dagen. Hierdoor moeten ziekenhuispatiënten steeds langer wachten op nieuwe geneesmiddelen. 

Het stuwmeer loopt vol 

Wat in dit onderzoek ontbreekt, zijn de geneesmiddelen die nog in het traject richting add-on zitten of waarvoor het niet gelukt is om een add-on toegekend te krijgen. Door lange beoordelingsprocedures en ingewikkelde onderhandelingen kan het lastig zijn om met een geneesmiddel de eindstreep, vergoede toegang voor de patiënt, te halen. Weliswaar zijn er afgelopen jaar 17 nieuwe add-ons toegekend, maar dat aantal kan flink hoger. Zo zitten er op het moment van schrijven bijvoorbeeld nog 27 middelen in de sluis. Voor de eerste helft van 2023 verwacht het Zorginstituut bovendien wederom 11 nieuwe middelen in de sluis te plaatsen. En dit aantal geneesmiddelen waar lang op gewacht wordt, zal met de op handen zijnde aanscherping van de sluiscriteria alleen maar verder stijgen. Daardoor ontstaat er een stuwmeer van geneesmiddelen die op de Europese markt al wel beschikbaar zijn, maar Nederland nog niet vergoedt.  

We zitten in een prisoner’s dilemma: het ligt aan iedereen en aan niemand 

Niemand wordt natuurlijk gelukkig van patiënten die moeten wachten op nieuwe behandelingen. Dat dit vaak (te) lang duurt, daar is men het ook wel over eens. Waar de oorzaak van het probleem ligt, daarover lopen de meningen uiteen. Uit recent wetenschappelijk onderzoek naar het Nederlandse vergoedingslandschap blijkt dat de meeste stakeholders het systeem twee van de vijf punten geven, een dikke onvoldoende dus. Gevraagd naar hun eigen rol in het systeem, gaven de meesten zichzelf een score van vier van de vijf punten. Men is het dus over twee dingen eens: 1) het systeem werkt niet goed en 2) het komt door de ander. Anders gezegd: we zitten vast in een prisoner’s dilemma. Gaat iedereen voor zijn eigen belang? Dan verliest uiteindelijk iedereen. Het werkt ook niet wanneer partijen los van elkaar proberen de puzzel op te lossen. Maar wanneer iedereen samen dezelfde kant op beweegt, wordt het geheel groter dan de som der delen en bouwen we aan een systeem waar toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid hand in hand gaan. Er worden nu wel pilots en initiatieven gestart om nieuwe geneesmiddelen bij de patiënt te krijgen, maar zonder samenhang en een gezamenlijk doel wordt het systeem hier uiteindelijk vooral ingewikkelder van. HollandBIO pleit voor heldere routes en een adaptief ecosysteem waarbij registratie, vergoeding en gebruik naadloos op elkaar aansluiten. Laten we elkaar niet langer gevangenhouden in het huidige systeem, maar open het gesprek aangaan. Bij HollandBIO staat een grote vergadertafel en pot koffie klaar, wie schuift er aan?  

← All news

Boosheid over preferentiebeleid slechts voorproefje op modernisering GVS

,

Het aanwijzen van een andere insuline als voorkeursmiddel leidt tot boosheid bij artsen en bij diabetespatiënten die hierdoor van medicijn moeten wisselen. De wisseling is bedoeld om medicijnuitgaven te besparen, maar kan juist tot extra zorgkosten leiden, meldt RTL Nieuws, omdat patiënten opnieuw ingeregeld moeten worden met extra controles. Met de voorgenomen modernisering van het GVS maakt HollandBIO zich zorgen dat precies dit soort schrijnende situaties vaker zullen voorkomen. Vanaf januari 2024 zal de bijbetalingsvrije optie in sommige gevallen de voorkeur van artsen en patiënten doorkruisen, waardoor het voorschrijven conform richtlijn vaker onmogelijk zal zijn. Voor HollandBIO is het kristalhelder: dit plan is Geen Verstandige Stap.

← All news

Gezondheid op maat neemt de wereld over 

, ,

Een one-size-fits-all-strategie bij het voorschrijven van medicatie is achterhaald. HollandBIO roept dat al langer en nu heeft het LUMC dit wetenschappelijk onderbouwd. Door de dosering van medicatie aan te passen aan de hand van een profiel van twaalf genen, zagen onderzoekers een afname van ernstige bijwerkingen met maar liefst 30% én kan de werking van de medicatie verbeteren. Wat HollandBIO betreft is dit schoolvoorbeeld een voorbode voor een bredere biorevolutie, waarin we door beter te meten iedereen gelijk van een passende behandeling kunnen voorzien. Toch is gezondheid op maat ondanks de bijval uit het LUMC nog geen gelopen race.

Wie betaalt al die miljarden aan extra kosten? 

Natuurlijk zijn we allemaal blij dat patiënten betere behandelingen en minder vaak nare bijwerkingen tegemoet kunnen zien. Alleen, voor wie gaan we dit inzetten? Wanneer? En wie gaat dat betalen? Dat vraagt om meer onderzoek en data. Want met ruim elf miljoen medicijngebruikers in ons land, en een prijskaartje van tussen de 300 en 600 euro voor een DNA-medicatiepas, zou dit de schatkist in het meest gunstige scenario “slechts” € 3,3 miljard kosten.  

Om vervolgens nog te zwijgen over het feit dat dit niet de eerste noch de enige vorm van diagnostiek is die beschikbaar is en komt. Want kijken onderzoekers hier nog maar naar twaalf genen, uiteindelijk hebben we er circa 20.000 die ieder van ons uniek maken. Idealiter zou je van al deze genen willen weten wat hun rol en invloed is op het ontstaan van ziekten en het proces om deze te behandelen of te voorkomen. Dat wordt een duur grapje….  

Tempo en bewijslast worden de bottleneck 

Of toch niet? Technologische innovaties volgen elkaar tijdens de huidige biorevolutie in rap tempo op. Testen kunnen we steeds efficiënter. Wel wordt het steeds ingewikkelder om tussen de immer uitdijende hoeveelheid testen nog de juiste te selecteren, en voor die testen om hun plek in het zorglandschap te vinden. Want gaan we voor elke aandoening voor een losse test – en zo ja welke? Of komt er een moment dat breder testen de voorkeur krijgt – en zo ja wanneer?  

Met het tempo waarin we nu makelen en schakelen in Nederland, en gezien de immer groeiende bewijslast waar we naar vragen voor iets eindelijk de markt op mag, zijn de testen en technologieën achterhaald tegen de tijd dat ze eindelijk de praktijk bereiken. Het duurt en duurt, terwijl het patiënten juist aan tijd ontbreekt. Bovendien schreeuwen de uitdagingen in de gezondheidszorg om verandering, waarmee we de grote maatschappelijke en economische waarde die deze testen – en de daaropvolgende passende zorg – kunnen realiseren. 

HollandBIO maakt zich daarom hard voor opheldering over, en snellere en betere routes naar, de markt voor innovatieve diagnostiek. Zodat we als maatschappij de vruchten kunnen plukken van baanbrekende onderzoeken en de medicatiepaspoorten die daaruit voortkomen. 

← All news

Nu Nog Meer Korting – Black Friday Deals bij VWS 

, ,

Minister Kuipers (VWS) verlaagt de ondergrens voor toelating van dure geneesmiddelen tot het basispakket via de sluis van €40 miljoen naar € 20 miljoen. Een ingreep die naar verwachting resulteert in acht extra sluisgeneesmiddelen per jaar en daarmee – naast langer wachten voor patiënten – in meer prijsonderhandelingen, meer korting en dus grotere besparingen. Of toch niet?

Om te beginnen, een reality check: wie nog steeds denkt dat patiënten na EMA-registratie eindelijk mogen rekenen op hun zo vurig gewenste geneesmiddel, komt van een koude kermis thuis. Hoewel op dat moment de balans tussen veiligheid en effectiviteit van een geneesmiddel goed is bevonden en de behandeling daarmee in Europa de markt op mag, volgt na jaren van onzekerheid, onderzoek, ontwikkeling en torenhoge investeringen een almaar zwaardere, nationale, eindtoets: de beoordeling voor vergoeding, doorgaans een apart traject in elke lidstaat.  

Op papier laat Nederland nieuwe intramurale geneesmiddelen, middelen die in het ziekenhuis gebruikt worden, standaard toe tot het basispakket. De werkelijkheid is echter weerbarstiger, zo blijkt uit eerder onderzoek van HollandBIO. Dure geneesmiddelen komen in de zogeheten ‘sluis’, waarmee de overheid via prijsonderhandelingen meer grip wil krijgen op zorguitgaven. De consequentie, namelijk dat patiënten langer moeten wachten op hun geneesmiddel, wentelen het Zorginstituut en minister Kuipers af op fabrikanten. Zolang fabrikanten ‘extreem hoge prijzen blijven vragen’ voor dure intramurale geneesmiddelen, zijn kostendrukkende maatregelen – zoals het aanpassen van de sluiscriteria – noodzakelijk om de instroom te beheersen, verdringing te voorkomen en passende zorg mogelijk te maken. 

Het ministerie van VWS staat voor een schier onafwendbaar, driedubbel zorginfarct – door ras oplopende zorgvraag, kosten en personeelstekort. En hoewel een transitie naar gezondheid op maat ons inziens de enige duurzame oplossing is, bezwijkt het ministerie toch steeds weer voor de verleiding van snelle winst, opgejut door de kostenbesparende afspraken in het coalitieakkoord. Onderhandelen over geneesmiddelen lijkt immers lekker te lonen: prijsonderhandelingen en financiële arrangementen leidden tot significante uitgavenverlaging aan intramurale geneesmiddelen van 25 miljoen euro in 2016 tot 383 miljoen euro in 2020, zo valt te lezen in de laatste monitor Medisch Specialistische Zorg. Geen wonder dus, dat minister Kuipers de ondergrens van de sluis verlaagt, om zo over méér geneesmiddelen te kunnen onderhandelen, en dus nog meer geld te besparen. 

Maar… werkt dat eigenlijk wel echt zo? Het ontwikkelen van een geneesmiddel duurt in de regel ruim 10 jaar, en vergt een investering van gemiddeld 2,5 miljard euro – zo toont onderzoek naar het financieel ecosysteem aan dat in opdracht van het ministerie van VWS werd uitgevoerd. De paar geneesmiddelen die het tot registratie schoppen, moeten vervolgens de return on investment van álle investeringen in geneesmiddelenonderzoek en -ontwikkeling veiligstellen. Tenminste, wanneer we investeerders willen blijven aantrekken om de zoektocht naar nieuwe behandelingen te continueren.  

Het is geen geheim dat de fabrikant de prijs van een geneesmiddel pas in een heel laat stadium – doorgaans zelfs ná registratie – bepaalt, wanneer het exacte label en daarmee de omvang van de patiëntenpopulatie bekend is. Wat zou jij doen met die initiële prijsstelling, wanneer je wist dat je nog uitgebreid en meermaals moet onderhandelen, en je klant de bedongen korting ook nog eens als een welkom politiek succes kan claimen? Juist. De analogie met Black Friday dringt zich op bij HollandBIO. Ware het niet dat er bij deze koopjesjacht niet enkel winnaars, maar ook verliezers zijn: de patiënten, die steeds langer met lege handen staan, en maar wachten en wachten… 

Het moge duidelijk zijn: de verruiming van de sluiscriteria is een tegenvaller voor HollandBIO. Na publicatie van het onderzoek naar het financiële ecosysteem van geneesmiddelontwikkeling leek het kwartje te zijn gevallen dat geneesmiddelenontwikkeling lang duurt, kostbaar en risicovol is. Dat er grote investeringen nodig zijn om de innovatiemotor te laten draaien. Dat de return on investment in de farmaceutische industrie al jaren terugloopt. En dat stapelende repressieve maatregelen en ad hoc pleisters niet de oplossing zijn voor de uitdagingen rondom betaalbaarheid en toegankelijkheid van nieuwe geneesmiddelen.  

Niet voor niets pleit HollandBIO voor een systeem waarin we dingen makkelijker, sneller en beter maken. Dat betekent dat we de voor overheid én fabrikant lonkende de politieke quick win van een betere deal met méér korting moeten weerstaan en werk moeten maken van oplossingen die weliswaar complexer zijn, maar die uiteindelijk écht het verschil maken, voor betaalbaarheid, innovatie, maar vooral ook voor de gezondheid van de patiënt. Die ambitie kunnen we zo uittekenen

Lees meer: 

https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-volksgezondheid-welzijn-en-sport/nieuws/2023/01/24/meer-prijsonderhandelingen-over-nieuwe-dure-geneesmiddelen

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2023/01/24/kamerbrief-over-wijziging-beleidsregels-voor-de-toepassing-van-de-sluis-voor-dure-geneesmiddelen-op-grond-van-artikel-24a-van-het-besluit-zorgverzekering

https://www.skipr.nl/nieuws/kuipers-verscherpt-criteria-voor-pakketsluis-dure-geneesmiddelen/

https://fd.nl/samenleving/1465983/wachttijd-dure-medicijnen-loopt-op-tot-bijna-600-dagen-n3a3cal4tFza

https://www.linkedin.com/posts/zorginstituutnederland_duregeneesmiddelen-nuancering-sluis-activity-7024740140774223872-QFUL?utm_source=share&utm_medium=member_desktop

← All news

Achterblijvende regels dwingt Nederlands enige medicinale cannabisproducent tot uitbreiding in buitenland

,

Bedrocan, Nederlands enige bedrijf dat in opdracht van de overheid medicinale cannabis produceert, blijkt noodgedwongen naar het buitenland te moeten uitwijken. Om ook aan de groeiende internationale vraag van patiënten te kunnen voorzien, ziet de medicinale cannabisproducent zich genoodzaakt om een productiefaciliteit te openen in Denemarken. De achterblijvende Nederlandse regels staan het momenteel nog niet toe om alle buitenlandse patiënten van de door hen gewenste medicijnen te voorzien, ondanks de optimistisch stemmende beleidsaanpassing die minister Kuipers afgelopen mei “op korte termijn”  had aangekondigd. Helaas is het ministerie van VWS vooralsnog niet ingegaan op de herhaalde verzoeken van de Tweede Kamer om nu toch gauw met de beleidsaanpassing op de proppen te komen. HollandBIO blijft er bij het ministerie van VWS op aandringen om het stelsel vlot te trekken, zodat we in Nederland tot een volwaardige farmaceutische keten komen die patiënten in binnen- en buitenland kan voorzien van hun benodigde behandelingen.

← All news

AI voor gezondheid op maat: reproduceren kan je leren met meer en betere data 

, ,

Kunstmatige intelligentietools gebruiken voor betere diagnose en monitoring in de gezondheidszorg heeft enorme potentie. Maar hoe betrouwbaar zijn de modellen? Onderzoekers lopen tegen een reproduceerbaarheidscrisis aan, zo blijkt uit deze Nature publicatie. In een wedstrijd voor geautomatiseerde longkankerdiagnose behaalden de tien best presterende algoritmen slechts 60-70% nauwkeurigheid bij het testen op een subset van de gegevens. Deel van het probleem komt voort uit de relatief geringe hoeveelheid openbaar beschikbare data in de gezondheidszorg. Grotere datasets die voor iedereen toegankelijk zijn en diverse gegevens bevatten die het algoritme uitdagen, zouden kunnen helpen.

Grotere datasets beschikbaar maken valt of staat met een goede infrastructuur. Niet voor niets pleit HollandBIO voor een nationale gezondheidsdata-infrastructuur als landelijke nutsvoorziening, die het registreren, uitwisselen en benutten van zorgdata voor publieke én private partijen, conform breed gedragen criteria en randvoorwaarden, mogelijk maakt. Die nationale gezondheidsdata-infrastructuur zal ons gezondheidsecosysteem op vele fronten versterken. In onze position paper lichten we verder toe hoe zij bijdraagt aan: 

  1. Continue verbetering van passende zorg. 
  1. Het stimuleren, versnellen en verbeteren van onderzoek en innovatie. 
  1. Het verminderen van administratieve en financiële lasten van regulatoire vereisten voor de ontwikkeling van nieuwe producten. 
  1. Een naadloze uitwisseling tussen productonderzoek en zorgpraktijk.