3%-R&D Actieplan, deel 4: Vergroten experimenteerruimte voor R&D intensieve start- en scale-ups
Publieke én private investeringen in onderzoek en ontwikkeling zijn broodnodig voor een weerbare en toekomstbestendige economie. Met het 3%-R&D Actieplan lanceert het ministerie van Economische Zaken negen maatregelen, die er gezamenlijk voor moeten zorgen dat in 2030 minstens 3% van ons bruto binnenlands product (bbp) naar onderzoek en ontwikkeling gaat. In deze 3%-serie laat hollandbio zien hoe en onder welke voorwaarden de negen maatregelen ook investeringen in biotech kunnen aanjagen. Vandaag kijken we naar het voornemen om de experimenteerruimte voor R&D intensieve start- en scale-ups te vergroten.
In het 3%-Actieplan stelt het ministerie van Economische Zaken (EZ), dat de toegang van innovatieve start- en scaleups tot ‘hoogwaardige experimenteerruimte’, zoals bijvoorbeeld cleanrooms, hightech testomgevingen en andere onderzoeksfaciliteiten, niet altijd optimaal is, terwijl deze wel belangrijk is voor hun succes. De toegankelijkheid blijft volgens het ministerie achter doordat de faciliteiten niet altijd goed zijn afgestemd op de wensen van bedrijven, en omdat ze duurder zijn dan in landen om ons heen, waar de overheid geregeld meebetaalt aan de kosten om deze open te houden.
Met het Actieplan wil het ministerie de toegankelijkheid op twee manieren verbeteren. Ten eerste door te verkennen hoe Nederland het gebruik van bestaande faciliteiten goedkoper kan maken, bijvoorbeeld door de faciliteiten financieel tegemoet te komen, of door de gebruiker – bedrijven – van subsidievouchers te voorzien om diensten in te kopen. Ten tweede wil het ministerie werk maken van het uitbreiden van het aanbod op ’strategische locaties’. De minister noemt daarbij de AI-fabriek in Groningen als voorbeeld en belicht mogelijkheden in onder meer Geleen, Petten en de Rotterdamse haven.
Hollandbio herkent het beeld dat innovatieve bedrijven veel gebruik maken van gespecialiseerde diensten en dat de kosten van die diensten vaak een grote horde zijn. Het ontwikkelen van producten in de biotech is ontzettend duur, duurt lang, is risicovol en bouwt op hoogstaande kennis. Het bij elkaar halen van financiering om de lange weg van lab naar de markt te bekostigen staat op prioriteit 1, 2 en 3 voor elke ondernemer: hollandbio pleit niet voor niets voor passende financiering in elke fase van ontwikkeling.
Net zo effectief als meer geld ophalen, zijn echter maatregelen die zorgen dat de ondernemer minder geld hoeft uit te geven, aan het huren van kantoor- en labruimte, aan contractresearch of een van de vele andere gespecialiseerde diensten die nodig zijn. EZ kan ondernemers maar wat goed helpen het maximale uit hun euro te halen. Inzet van het ministerie om deze diensten toegankelijker en betaalbaarder te maken juichen wij dan ook van harte toe.
Hierbij is het alleen wel cruciaal dat bedrijven zelf de mogelijkheid hebben om te kiezen waarmee zij geholpen zijn. In de praktijk zien wij namelijk nog te vaak een mismatch tussen de behoefte van bedrijven en het beschikbare aanbod, en dat is ontzettend zonde. Acties om deze mismatch aan te pakken en vraag en aanbod op elkaar af te stemmen, ontbreken helaas in dit plan, terwijl juist daar misschien wel de grootste uitdaging ligt. De voorgestelde vouchers kunnen wat ons betreft een goede manier zijn om het onderzoek in Nederland een boost te geven en daarmee investeringen in R&D aan te jagen, maar dan moeten ze wel vrij te besteden zijn bij de beste – publieke of private – aanbieder naar keuze.